Het begrip mini-pc is eigenlijk allesomvattend, want wanneer is een computer mini? Al sinds jaar en dag doen fabrikanten er alles aan om zoveel mogelijk kracht in een zo klein mogelijke behuizing te stoppen. We nemen je mee op een korte reis door de geschiedenis van de allerkleinste computers.
De drang om apparaten portable te maken, stamt al uit de jaren ’70. IBM was daar de voorloper met een van de eerste echt draagbare computers, de 5100 Portable PC. Maar je had er wel een flinke spierbundel voor nodig om dit logge apparaat mee te zeulen. De productietechniek die in die jaren daarop volgde, heeft de ontwikkeling van de mini-pc een extra zet gegeven dankzij nanotechnologie, waardoor het mogelijk is om steeds kleinere processors en chips te ontwikkelen die toch steeds sneller worden. Die techniek is steeds verfijnder geworden.
Minicomputer
De oorspronkelijke term minicomputer stamt al uit de jaren ’60. Vroeger bestonden bedrijfscomputers uit grote mainframes met ronddraaiende spoelen voor de opslag van gegevens. Die machines vulden dan een hele kamer binnen het kantoorpand. Computerfabrikant DEC ontwikkelde een computer die weliswaar nog zo groot was als een bureau, maar wel beschikte over een eigen toetsenbord en beeldscherm. Omdat deze computer al een fractie kleiner was dan de grote mainframes, werd de DEC PDP-1 omgedoopt tot minicomputer. Maar dat is natuurlijk wel een groot contrast met de apparaten van heden ten dage.
Ockel Sirius A: de meest veelzijdige mini-pc
De Ockel Sirius A is de ideale Windows 10 minicomputer. Waarom? Hij is makkelijk mee te nemen, heeft een snelle quadcore-processor, 4 GB werkgeheugen (8 GB bij de Pro-versie) en 64 GB eMMC-opslaggeheugen (128 GB bij de Pro-versie). Je kunt ‘m met én zonder monitor meteen gebruiken, want de Ockel Sirius A heeft een 6 inch full-hd aanraakscherm. Onderweg gebruiken is ook geen enkel probleem, want de Sirius A heeft een ingebouwde accu, waardoor je ‘m ook in de trein of het vliegtuig kunt gebruiken.
De drang om apparaten portable te maken, stamt al uit de jaren ’70. IBM was daar de voorloper met een van de eerste echt draagbare computers, de 5100 Portable PC. Maar je had er wel een flinke spierbundel voor nodig om dit logge apparaat mee te zeulen. De productietechniek die in die jaren daarop volgde, heeft de ontwikkeling van de mini-pc een extra zet gegeven dankzij nanotechnologie, waardoor het mogelijk is om steeds kleinere processors en chips te ontwikkelen die toch steeds sneller worden. Die techniek is steeds verfijnder geworden.
Toepassingen
Mini-pc’s kom je tegenwoordig overal tegen. Thuis kan zo’n minicomputer prima zijn werk doen als een pc voor de hele familie of mediaspeler, maar ook op kantoor zijn de voordelen van een kleine computer van toepassing: hij neemt weinig ruimte in beslag, produceert nauwelijks geluid en kan eenvoudig worden weggewerkt, bijvoorbeeld door hem te monteren aan de achterzijde van een monitor.Aansluitingen
In 2001 waren er op alle pc's andere aansluitingen dan nu. Dankzij de nanotechnologie is het nu mogelijk om veel meer aansluitingen in een mini-pc te monteren, zonder dat dit ten koste gaat van de omvang van het apparaat.Minicomputer
De oorspronkelijke term minicomputer stamt al uit de jaren ’60. Vroeger bestonden bedrijfscomputers uit grote mainframes met ronddraaiende spoelen voor de opslag van gegevens. Die machines vulden dan een hele kamer binnen het kantoorpand. Computerfabrikant DEC ontwikkelde een computer die weliswaar nog zo groot was als een bureau, maar wel beschikte over een eigen toetsenbord en beeldscherm. Omdat deze computer al een fractie kleiner was dan de grote mainframes, werd de DEC PDP-1 omgedoopt tot minicomputer. Maar dat is natuurlijk wel een groot contrast met de apparaten van heden ten dage.
Zelfbouw of kant en klaar
Mini-pc’s zijn er in vele vormen en maten. Vroeger kon je eigenlijk alleen een kant-en-klaar systeem kopen, maar tegenwoordig kun je ook zelf aan de slag met het bouwen van een mini-pc. Deze zogeheten barebones bestaan uit een behuizing en klein moederbordje, en je moet er zelf dan nog geheugen, een processor en een ssd in bouwen. Je hebt dan wellicht zelf de controle over wat je er in stopt, maar uiteindelijk ben je wel vaak duurder uit dan wanneer je een kant-en-klare mini-pc zou kopen. En, voor alle mini-pc’s geldt dat je er dan ook nog een los toetsenbord, muis en monitor bij moet aanschaffen.Ockel Sirius A: de meest veelzijdige mini-pc
De Ockel Sirius A is de ideale Windows 10 minicomputer. Waarom? Hij is makkelijk mee te nemen, heeft een snelle quadcore-processor, 4 GB werkgeheugen (8 GB bij de Pro-versie) en 64 GB eMMC-opslaggeheugen (128 GB bij de Pro-versie). Je kunt ‘m met én zonder monitor meteen gebruiken, want de Ockel Sirius A heeft een 6 inch full-hd aanraakscherm. Onderweg gebruiken is ook geen enkel probleem, want de Sirius A heeft een ingebouwde accu, waardoor je ‘m ook in de trein of het vliegtuig kunt gebruiken.
0 评论:
Een reactie posten