RSS

Welcome to my Blog. Enjoy reading :)

Posts tonen met het label hardware. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hardware. Alle posts tonen

vrijdag 26 oktober 2018

Microsoft Surface Go - Productieve tablet-pc

Met de Surface Go brengt Microsoft zijn kleinste en goedkoopste Surface tot nu toe op de markt. Wij hebben de Surface Go getest om te achterhalen hoe Windows 10 in zo'n kleine verpakking tot zijn recht komt.
Hoewel de Surface Go met zijn 10inch-scherm een stuk kleiner is, is het onmiskenbaar een Microsoft Surface. Zo doet de magnesium behuizing sterk denken aan die van zijn grotere broers. En uiteraard vinden we net als op de grotere Surface-apparaten op de achterkant een uitklapbare standaard waarmee de tablet in vrijwel iedere hoek is neer te zetten. De bouwkwaliteit is net als bij eerdere varianten in ieder geval erg goed. Qua aansluitingen biedt de Surface Go met een usb-c-poort, microSD-kaartlezer en een 3,5mm-hoofdtelefoonpoort genoeg aansluitingen voor een pc in tabletvorm.

Uitvoeringen

De Surface Go draait op een Intel Pentium Gold-processor 4415Y, deze dualcore-processor ondersteunt 4 threads en heeft een kloksnelheid van 1,6 GHz. Hij is gebaseerd op de Kaby Lake-architectuur en je kunt hem omschrijven als een Core M-processor zonder turbosnelheid. De energiezuinige processor heeft geen actieve koeling nodig en is dan ook interessant. De Surface Go is er met 4 of 8 GB ram, waarbij ook het type opslag verschilt. De versie met 4 GB ram heeft 64 GB eMMC-opslag terwijl de variant met 8 GB ram een ssd van 128 GB heeft. Wij kregen van Microsoft de duurdere variant voorzien van 8 GB ram en een 128GB-ssd.

Windows 10 S-modus

Standaard werkt Windows 10 op de Surface Go in de S-modus waarbij je enkel de meegeleverde programma’s en programma’s/apps uit de Windows Store kunt gebruiken. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat je als browser Edge moet gebruiken en je een alternatief als Chrome niet kunt installeren. Gelukkig is het een zachte beperking, want je kunt Windows eenvoudig omschakelen naar de normale variant. Daarna kun je alle programma’s installeren die je wilt. Dat is wel een eenmalige keuze, want je kunt niet terug naar de S-modus zonder het hele systeem opnieuw te installeren.

Typecover onmisbaar

Windows 10 is ontworpen voor tabletgebruik en kent zelfs een speciale tabletmodus. Je kunt Windows 10 inderdaad prima als tablet gebruiken om bijvoorbeeld te surfen. Maar ondanks de appstore ligt de focus van Windows 10 nog steeds niet op een echte tabletervaring. Veel apps en programma’s zijn bedoeld voor desktopgebruik en zijn handiger te bedienen met toetsenbord en muis. Dat is op zich niet erg, het is misschien juist de kracht van de Surface Go. Je kunt namelijk serieus werken op het apparaat. Daar staat wel tegenover dat een toetsenbord en muis al snel onmisbaar worden. Wij kregen bij ons testmodel een Type Cover. Deze werkt prima en bevat een touchpad dat ook gebaren met twee of drie vinger ondersteunt. Een zwarte Type Cover kost 100 euro terwijl ander kleuren 130 euro kosten.

Goed scherm

Het 10inch-aanraakscherm heeft een beeldverhouding van 3:2 en is dus wat vierkanter dan je gewend bent. Met een resolutie van 1800 x 1200 pixels heb je in de hoogte meer werkruimte dan bij full hd terwijl je in de breedte weer wat minder pixels hebt. Het totale aantal pixels is hoger dan bij full hd terwijl de hogere verticale werkruimte prettig is. In combinatie met het 10inch-schermformaat is de scherpte erg goed. De kleuren, inkijkhoek en helderheid zijn ook goed waarmee de Surface Go een prettig scherm heeft. Het aanraakscherm ondersteunt de optionele drukgevoelige Surface Pen. Dit werkt prima en is handig voor aantekeningen, maar voor grafisch werk waarbij een stylus van pas komt is de Surface Go niet krachtig genoeg. De meerwaarde van de honderd euro die je voor de stylus moet uitgeven is dan ook beperkt.
Boven het scherm vind je een Windows Hello-camera waarmee je via gezichtsherkenning kunt inloggen.

Prestaties

Dat de processor zich laat omschrijven als een minder krachtige Core M, schept geen grote verwachtingen voor de prestaties. In de benchmark PC Mark 10 Extended scoort de geteste uitvoering 1388 punten. Vooral in de deelscores Digital Content Creation en Gaming komt de beperkte kracht naar voren. Voor gamen of zwaar grafisch werk is het apparaat dan ook niet bedoeld. Alledaagse (kantoor)werkzaamheden kun je echter prima op de Surface Go uitvoeren. Het is dan wel jammer dat de accuduur voor een moderne tablet teleurstelt. Deze bedraagt in de praktijk ergens tussen de zes en zeven uur. Beschouw je de Surface Go meer als laptop, dan is de accuduur best redelijk. Je kunt in ieder geval een werkdag overleven zonder (al teveel) bij te laden. Ons testexemplaar is voorzien van een vlotte 128GB-nvme-ssd van Toshiba die verbonden is via twee pci-e-lanes en een leessnelheid van 1235 en een schrijfsnelheid van 652 MB/s heeft.

Conclusie

Met Windows 10 heeft Microsoft sterk ingezet op tabletgebruik en de Surface Go is dan ook zeker bruikbaar als tablet. Toch loop je dan tegen beperkingen aan: je zult al snel software of apps installeren die zich beter met toetsenbord en muis laten bedienen. Die desktopmogelijkheden zijn ondanks de tabletinsteek wél de grote kracht van het platform. De Surface Go Type Cover is wat ons betreft dan ook een verplichte aanschaf die minimaal 99,99 euro kost waarmee de startprijs van de Surface Go op 549 euro komt. Dan heb je met de Surface Go een leuk apparaat waarmee je onderweg in een kleine verpakking al je kantoortaken kunt uitvoeren.

DELL FRR0G K4CP5  voor DELL Latitude E6320 serie(All) Li-ion 5200mah 11.1v
PA-1450-26 laptop adapter voor ACER Aspire One 722 AO722 EX2519-C62F Z1401-C2XW
CLEVO 6-87-W370S-4271 W370BAT-8  voor Clevo W350ET W350ETQ serie Li-ion 5200mah/76.96Wh 14.8V
YAESU FNB-58  voor YAESU VX-5R VX-7R VX-5E VX-7E VXA-710 Li-ion 1500mAh 7.4V
ASUS C21N1423  voor ASUS F302LJ X302L X302LJ F302U R301LA-FN063H Li-ion 38Wh 7.6V
PA-1650-78 ADP-65GD B laptop adapter voor Asus X550LB-NH52 R33030 N17908EXA1208UH EXA1208EH

woensdag 24 oktober 2018

De Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 en RTX 2080 Ti

Nvidia heeft eindelijk weer een nieuwe generatie videokaarten uitgebracht. Na twee jaar de gpu-markt domineren met de GeForce 1000-serie, durft de chipmaker nu een groot risico te nemen. De resulterende grafische snufjes zijn in theorie om van te watertanden, maar de prijzen zijn ver voorbij het punt van redelijkheid gestegen.
Het is bijzonder verleidelijk voor een marktleider om achterover te leunen en het geld binnen te laten stromen. De Vega-architectuur van AMD stortte na een korte hype als een vallende ster ter aarde en door de cryptoboom van vorig jaar waren de videokaarten niet aan te slepen. Het gevaar bestaat echter dat de concurrent door te innoveren een inhaalslag maakt, iets waar processorfabrikant Intel over mee kan praten. Nvidia rust daarom niet op zijn lauweren en zet volledig in op baanbrekende technologieën als ray tracing en AI. Het resultaat is de Turing-architectuur.
De videochips die de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 en RTX 2080 Ti aandrijven, bevatten bijna anderhalf keer zo veel transistors als de vorige generatie. Deze toename aan silicium is niet volledig toe te schrijven aan de respectievelijk 2944 en 4352 Cuda-rekenkernen die doorgaans het grafische werk voor hun rekening nemen. Nvidia heeft namelijk twee nieuwe soorten rekenkernen toegevoegd aan de grafische chip: RT-kernen en Tensor-kernen. Beiden spreken tot de verbeelding.

De technologie van overmorgen krijg je morgen

De RT-kernen van de RTX 2080 en RTX 2080 Ti zijn gespecialiseerd in ray tracing. Eigenlijk moeten we ray casting zeggen, want met deze techniek wordt er voor elke pixel een lichtstraal op een scène afgeschoten. Als de straal na een paar keer rond stuiteren een lichtbron tegenkomt, weet de videochip de kleur en de helderheid voor de pixel. Deze methode om belichting te berekenen is veel preciezer en getrouwer dan de trucjes die nu gebruikt worden bij het weergeven van games. Animatiefilms maken al jaren gebruik van ray tracing, maar er was simpelweg niet genoeg rekenkracht om deze berekeningen voor miljoenen pixels meerdere keren per seconde uit te voeren. Tot nu, belooft Nvidia.
De Tensor-kernen luiden op een hele andere wijze de toekomst in. Deze kernen zijn gespecialiseerd in het soort berekeningen die neurale netwerken gebruiken. Nvidia zet de Tensor-kernen in voor een door kunstmatige intelligentie aangedreven vorm van anti-aliasing, genaamd ‘deep learning super sampling’. Dankzij vooruitgang in het herkennen van beelden kunnen de RTX-kaarten snel en effectief beelden verscherpen. Nvidia traint de Tensor-kernen met behulp van een supercomputer en die training krijgen bezitters van een RTX-kaart binnen in de vorm van driverupdates.
We kunnen niet wachten tot we deze tot de verbeelding sprekende technieken kunnen aanschouwen in onze games. Dat is namelijk het probleem. Op het moment van schrijven zijn er exact nul games die ray tracing en dlss ondersteunen. Games als Battlefield 5 en Shadow of the Tomb Raider ontvangen ray tracing op een later moment. De lijst van games die dlss gaan ondersteunen is langer, maar ook daar moeten we op wachten. Bij het bespreken van de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 en RTX 2080 Ti rest ons niets anders dan een ‘traditionele’ vergelijking van prestaties met de vorige generatie.

Gevecht om de titel

In deze review zetten we vier kaarten naast elkaar. De eerste is de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080. Deze kaart beschikt over 2944 Cuda-kernen die elk standaard op 1515 MHz lopen. Het videogeheugen bestaat uit 8 GB GDDR6, geklokt op 1750 MHz. Tijdens onze stresstest (tien minuten lang de Unigine Valley-benchmark), haalde de RTX 2080 een Core Clock-snelheid van 1965 MHz. Daarbij bleef de kaart lekker met 62 graden.
De Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 Ti is het grote broertje van de 2080 en is de gedoodverfde favoriet om de titel ‘krachtigste videokaart van de wereld’ van de GTX 1080 Ti af te pakken. Met een maximale temperatuur van 76 graden wordt de 2080 Ti duidelijk warmer dan de 2080 en de videochip klokt uiteindelijk minder hoog met 1900 MHz. We zullen zien of die lagere kloksnelheid een probleem vormt, of dat de 4352 Cuda-kernen genoeg zijn om de 2080 voorbij te streven. De RTX 2080 Ti beschikt over een royale 11 GB GDDR6-geheugen, draaiend op 1750 MHz.
Fabrikanten als Asus hebben weinig invloed op de werking van Nvidia’s chip, maar de wijze waarop ze zich onderscheiden is door middel van de koeling. De Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 en 2080 Ti maken beiden van dezelfde koeling gebruik, die licht is verbeterd ten opzichte van de vorige generatie high end Asus-kaarten. De RTX 2080 en RTX 2080 Ti maken gebruik van drie relatief kleine fans, zodat de kaarten met respectievelijk 299 en 305 millimeter aan de lange kant zijn. Qua geluid hebben we geen klachten: het gezoem van de ventilators kwam niet boven de kast- en processorkoeling uit.

De meetmethode

Ter referentie testen we ook een MSI GeForce GTX 1080 Gaming X 8G en MSI GeForce GTX Ti 1080 Gaming X 11G. Beide kaarten werden tijdens de stresstest niet warmer dan 71 graden. Alle kaarten testen we in een door Asus aangeleverde pc. Het ROG Maximus X Formula-moederbord is voorzien van een Intel Core i7 8700K, opgevoerd tot een nette 4,8 GHz. 16 GB aan DDR4-geheugen en een Samsung 960 EVO-ssd om de games in op te slaan maken de monster-pc compleet.
Alle geteste games zijn gespeeld op drie resoluties: 1080p, 1440p en 2160p. Indien mogelijk maken we gebruik van de hoogste standaardinstellingen. De uitzondering hierop is Grand Theft Auto 5, die geen presets kent. Bij deze game hebben we alle instellingen handmatig zo hoog mogelijk gezet, met uitzondering van multi sampling anti-aliasing. Op elke resolutie hebben we meerdere keren gemeten. In de grafieken vind je de gemiddelden van alle gemeten gemiddelden en het laagst gemeten minimum terug. Als je met de muis over de staven beweegt, zie je de precieze scores.
De rode balk is 1080p, grijs 1440p en zwart 2160p. De lichtere tint toont de gemiddelde fps, de donkere tint is het laagst gemeten minimum.

Assassin’s Creed: Origins

Assassins’s Creed: Origins laat direct zien waarom de hoog geklokte Core i7 8700K geen overbodige luxe is voor de RTX 2080 (Ti). Het kleine verschil in prestaties tussen 1080p en 1440p suggereert namelijk dat de videokaart uit zijn neus staat te eten, terwijl de processor zich drie slagen in de rondte werkt. Het tweede dat opvalt is dat de goedkopere GTX 1080 Ti net iets beter presteert dan de RTX 2080. Als dit vaker gebeurt, heeft de RTX 2080 een probleem. Op 2160p worden de verschillen tussen de kaarten duidelijk groter. Alleen de RTX 2080 Ti komt dan in de buurt van de magische 60 fps, met een minimum van 58.

Battlefield 1

In tegenstelling tot Assassin’s Creed: Origins beschikt Battlefield 1 niet over een ingebouwde benchmark. Om een representatief beeld te krijgen van hoe de kaarten presteren, hebben we daarom telkens gekozen voor Conquest op Sinai Desert met 64 spelers. Het nadeel van deze methode is dat we geen controle hebben over hoe druk het op het scherm is. De getoonde minima mag je daarom met een korrel zout nemen. De RTX 2080 en 2080 Ti hebben hoe dan ook duidelijk weinig moeite met de WO1-shooter, want zelfs op 2160p halen beide kaarten makkelijk de 60 fps. Ook de GTX 1080 Ti komt netjes mee, al presteert de kaart verhoudingsgewijs minder goed dan in Assassin’s Creed.

Grand Theft Auto 5

Grand Theft Auto 5 gaat alweer wat jaren mee, maar dwingt nog steeds menig videokaart op de knieën. Tenminste, als het gaat om 2160p, want op lagere resoluties zijn de verschillen tussen de vier kaarten opvallend klein. Op de hoogste resolutie haalt de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 Ti net niet de 60 fps als minimum, maar gezien het gemiddelde van 92 fps durven we gerust te stellen dat je zonder problemen GTA 5 op 4K kunt draaien met Nvidia’s nieuwe vlaggenschip.

Ashes of the Singularity

Ashes of the Singularity is nog steeds een oersaaie flop van een strategiegame, maar we nemen de game wel mee in onze vergelijking. De game is namelijk van de grond af aan ontworpen voor DirectX 12 en de gevechten met honderden eenheden, die elk tientallen licht gevende projectielen schieten, zijn uitermate geschikt om processors én videokaarten het vuur aan de schenen te leggen. Met deze games gaat de RTX 2080 opnieuw in de fout en moet de kaart de GTX 1080 Ti voor zich laten. Dit is slag twee. Nog één slag en de duurdere RTX 2080 moet het veld verlaten.

Total War: Warhammer 2

Ai, die derde slag laat niet lang op zich wachten. Het scheelt maar enkele frames per seconde, maar de GTX 1080 Ti is consistent sneller dan de RTX 2080. Zelfs voor de RTX 2080 Ti blijkt Total Warhammer 2 op 2160p een brug te ver. Op 1440p neemt de 2080 Ti duidelijk een voorsprong op zijn voorganger, maar de GTX 1080 Ti haalt daar al een minimum van 68 fps. Voor bezitters van een 1440p-scherm die graag TW:W2 spelen is upgraden dus niet verplicht.

Vermintide 2

De Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 grijpt wanhopig naar het tweede honk, terwijl de scheidsrechter hem van het veld af sleept. “Wacht!”, smeekt de kaart, “Met een andere game presteer ik wél beter dan de GTX 1080 Ti!”. De scheidsrechter schudt het hoofd. Ook met de prima geoptimaliseerde Vermintide 2 huppelt de GTX 1080 Ti de RTX 2080 voorbij. Een slag later rent de 2080 Ti een mooie home run als de enige videokaart die foutloos de 60 fps haalt op 2160p.

Prachtig met een prijskaartje

Na het testen van zes games zien we enkele patronen ontstaan. Allereerst zijn Nvidia’s nieuwe chips overkill voor 1080p. Zelfs op 1440p lopen we meerdere keren tegen de processor aan als flessennek. Ten tweede zien we dat de RTX 2080 Ti de enige kaart is die comfortabel de zestig frames per seconde op 2160p haalt. De derde en meest verrassende les die we kunnen leren uit de resultaten is dat de RTX 2080 regelmatig het onderspit delft tegen de GTX 1080 Ti.
Waarom vergelijken we die arme Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 niet gewoon met de GTX 1080? Dat is toch de directe opvolger? Met die vraag komen we aan bij de olifant in de kamer: de betaalbaarheid van deze nieuwe rekenmonsters. De geteste GTX 1080 Ti van MSI gaat voor 820 euro over de toonbank. De Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 presteert vaak slechter, maar neemt bij veruit de meeste winkels een hap van 1050 euro uit je bankrekening. De prijs-kwaliteitverhouding van de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 Ti is zo mogelijk nog schever. Zestig frames per seconde op 2160p is prachtig, maar is dat ook ‘1400 euro’-prachtig?
Zoals het er nu voor staat, kunnen we niet anders dan teleurgesteld zijn in de nieuwe generatie videokaarten van Nvidia. Jazeker, de Asus ROG Strix GeForce RTX 2080 Ti neemt moeiteloos de prestatiekroon over van de GTX 1080 Ti. Maar tegen welke prijs? De RTX 2080 kunnen we moeilijk aanraden als de GTX 1080 Ti regelmatig beter presteert voor een significant lagere prijs. En laten we wel wezen, 800 euro voor de 1080 Ti is dan nog steeds een exorbitant bedrag.
Nu heeft Nvidia natuurlijk nog een tweetal troeven achter de hand: ray tracing en dlss. Omdat deze onderscheidende features nog niet actief zijn, kunnen we geen definitief oordeel vellen. Zodra deze fantastische snufjes daadwerkelijk zijn geïmplementeerd, zullen we uiteraard terugkeren naar de RTX 2080 en 2080 Ti. Tot die tijd mag je deze kaarten rustig links laten liggen.

Beoordeling Asus ROG Strix GeForce RTX 2080

Pluspunten
  • Goede prestaties op 1080p en 1440p (in een vacuüm)
  • Blijft koeler dan de vorige generatie
Minpunten
  • Presteert regelmatig slechter dan de aanzienlijk goedkopere GTX 1080 Ti
  • RTX-features nog niet actief.
Adviesprijs: 1050 euro

CLEVO 6-87-W370S-4271 W370BAT-8  voor Clevo W350ET W350ETQ serie Li-ion 5200mah/76.96Wh 14.8V
YAESU FNB-58  voor YAESU VX-5R VX-7R VX-5E VX-7E VXA-710 Li-ion 1500mAh 7.4V
ASUS C21N1423  voor ASUS F302LJ X302L X302LJ F302U R301LA-FN063H Li-ion 38Wh 7.6V
PA-1650-78 ADP-65GD B laptop adapter voor Asus X550LB-NH52 R33030 N17908EXA1208UH EXA1208EH
CLEVO 6-87-W370S-4271 W370BAT-8  voor Clevo W350ET W350ETQ serie Li-ion 5200mah/76.96Wh 14.8V
BOSE 88796  voor Bose Soundlink Mini 2 Pack Li-ion 2230mAH/17Wh 7.4V

donderdag 18 oktober 2018

BenQ SW271 - Ultieme beeldbewerking

Met de BenQ SW271 richt de monitorfabrikant zich op de serieuze beeldbewerker. Naast een indrukwekkende 4K-resolutie op 27 inch is er ondersteuning voor de AdobeRGB-kleurruimte en zelfs HDR10. Is fotoperfectie mogelijk voor 1199 euro?
Zodra de BenQ SW271 op tafel staat, weet je dat je je in het Pro-segment bevindt, want hij is fysiek al meer dan indrukwekkend nog voordat je de monitorkap plaatst. Kappen die overigens ook in de verticale stand bruikbaar zijn. Het is bijna overbodig om te vermelden dat de SW271 uiteraard ook in hoogte verstelbaar is, kantelt en roteert. Dat de afstandsbediening perfect in de voet valt en het scherm via usb 3.1 Type-C is aan te sturen zijn praktische bonussen die we maar al te graag in andere modellen terug willen zien.

Fantastisch paneel

Van een 10-bit IPS-scherm met 14-bit LUT (lookup tabel), Adobe RGB-kleurruimte en 4K-resolutie in deze prijsklasse verwachten we natuurlijk uitstekende testresultaten. De SW271 stelt gelukkig geen moment teleur wat betreft potentie en de fabrieksafstelling. Het scherm zet uitstekende scores neer wat betreft contrast, gamma en kleur- en grijsafwijkingen. Als Pro-scherm waarderen we de aanwezige hardwarekalibratie wat applicatie-specifieke ondersteuning overbodig maakt en een goede kleurafstelling garandeert in al je applicaties. Al dien je de daarvoor benodigde colorimeter wel zelf aan te schaffen.

Uniformiteit

Subjectief bekeken is het simpelweg een prachtig paneel waar niets op aan te merken valt, we hebben maar weinig panelen gezien die een dergelijke indruk achter laten wat betreft zaken als de beeldkwaliteit, kijkhoeken, scherpte, en dergelijke. Enkel in een verduisterde ruimte valt op dat er aan de randen toch wat licht door komt, iets wat we ook terug zien in de uniformiteit. Een ‘zeer redelijk’ resultaat in een verder uitzonderlijk goed scherm valt toch negatief op. Vergeet echter niet dat op uniformiteit gekalibreerde panelen eenvoudig het dubbele kosten.
Desondanks brengt dat de vraag mee of de SW271 toch niet nog ietwat te veel consumer is voor de echte pro die op geen enkel vlak concessies accepteert en daarvoor wil betalen. Echter zullen ook zij zich moeten afvragen wat ze echt willen, want als je HDR10 als eis stelt, is de keuze zeer beperkt. Zeker als je ook AdobeRGB en hardwarekalibratie nodig hebt; dan is een enkel minpunt en een niet exorbitante prijs spontaan echt zo gek niet.

Conclusie

Afhankelijk van jouw definitie van ‘Pro’ zou je de SW271 nog als te licht kunnen bestempelen vanwege de niet perfecte uniformiteit. Maar los daarvan is het een stevige geheel, een prachtig 4K AdobeRGB-paneel met indrukwekkende HDR-prestaties en met door de bank genomen uitstekende testresultaten en een fijne in de voet verwerkte afstandsbediening.

GETAC BP-LC2600/33-0101SI  voor Getac V100 V200 B300 X500 Getac S400 6-Cell Weight Saver  Li-ion 7800mah 11.1V
LENOVO NC140BW1-2S1P  voor Lenovo IdeaPad 100S 0813002 80R9 Li-ion 4200mAh (31.92Wh) 7.6V
ADP-180MB K laptop adapter voor Acer Predator 17 G9-791 G9-791G,ADP-180MB K
HSTNN-LA09 PA-1151-03HH 585010-001 laptop adapter voor HP 19.5V 7.89A 7.9A 150W PA-1151-03HS-ROHS Series
TOSHIBA PA5267U-1BRS voor Toshiba Portege X20W X20W-D-10R serie Li-ion 44Wh/3760mAh 11.4V
LENOVO NC140BW1-2S1P  voor Lenovo IdeaPad 100S 0813002 80R9 Li-ion 4200mAh (31.92Wh) 7.6V

donderdag 20 september 2018

Wat brengt usb 3.1?

De nieuwe usb 3.1-standaard biedt hogere snelheden dan we tot nu toe gewend waren van usb 3.0. Tegelijkertijd hebben de bedrijven achter de populaire standaard een nieuwe stekker bedacht: usb Type-C is niet alleen handig in gebruik, maar biedt ook verschillende nieuwe mogelijkheden.
De usb-poort is op een moderne pc niet meer weg te denken: of het nu gaat om muis en toetsenbord, een externe harde schijf, een printer of een webcam, tegenwoordig wordt zo'n beetje alle randapparatuur aangesloten met één en dezelfde stekker. Wie ruim vijftien jaar geleden al met pc's in de weer was, zal zich de tijd van vele verschillende aansluitingen nog wel herinneren en zal het gebruiksgemak van usb extra kunnen waarderen. Lees ook: In 3 stappen - Maak van je usb-stick een toegangssleutel.
Usb werd geïntroduceerd in 1996 en de initiële versies (usb 1.0 en 1.1) kenden een maximale doorvoersnelheid van 12 megabit per seconde, wat men destijds Full Speed USB noemde. In 2000 volgde usb 2.0 - Hi-Speed USB in officieel jargon - dat 40x hogere prestaties bood: 480 megabit/s. Usb 3.0 ofwel SuperSpeed USB stamt uit 2008 en biedt doorvoersnelheden tot 5 gigabit/s. Bij al deze bestaande varianten gaan dankzij zogenaamde 8b/10b-codering voor iedere 8 bit die verstuurd worden, er 10 bit daadwerkelijk over de kabel. Hierdoor zijn de datasnelheden van de drie standaard respectievelijk 1,2 megabyte/s, 48 megabyte/s en 500 megabyte/s. Dankzij overhead van de gebruikte protocollen kun je in de praktijk met usb 1.1, 2.0 en 3.0 snelheden tot circa 0,8 mbyte/s, 35 mbyte/s en 400 mbyte/s behalen.

Usb 3.1

Die 400 mbyte/s die usb 3.0 in de praktijk kan bieden, is voor veel toepassingen meer dan voldoende, maar begint voor andere toepassingen een bottleneck te worden. Denk bijvoorbeeld aan externe schijven: dankzij SSD-technologie is het eenvoudig om een externe disk te maken die snelheden richting de gigabyte per seconde biedt, maar dan moet er wel een interface zijn die dat ondersteunt. Maar ook voor bijvoorbeeld camera's die (vrijwel) ongecodeerde HD- of Ultra HD-video doorsturen kan usb 3.0 te weinig snelheid bieden.
Vandaar dat in 2013 de usb3.1-standaard werd voltooid. De eerste producten zijn inmiddels op de markt. De nieuwe versie luistert naar de naam SuperSpeed+ en de signaalsnelheid is verdubbeld van 5 gigabit/s naar 10 gigabit/s. Tegelijkertijd is de 8b/10b codering veranderd naar 128b/132b, ofwel voor iedere 128 bit data, gaan er 132 over de kabel. Dat zorgt voor minder verlies en maakt dat usb 3.1 tot 1241 mbyte/s kan transporteren. In de praktijk verwacht men dat snelheden tot circa 1000 mbyte/s mogelijk gaan zijn, ruim een verdubbeling ten opzichte van usb 3.0 dus!
Usb 3.1 kan gebruikmaken van dezelfde kabels als usb 3.0, hardwarematig is er in feite niets veranderd. Wel is het zo dat tegelijkertijd een nieuwe stekker is bedacht, waarover hierna meer. Waar usb3.0-poorten bij de meeste pc's en laptops te herkennen zijn aan een blauwe kleur - wat overigens nooit een verplichting is geweest - schrijft het consortium achter de standaard voor usb 3.1 een blauwgroenige kleur voor. In de praktijk wordt die echter door maar weinig fabrikanten van moederborden, pc's en laptops gebruikt.
Onduidelijk
Wat ons betreft een faliekante misser van het consortium achter de standaard, is dat men bij de introductie van usb 3.1 de nieuwe standaard met hogere snelheid officieel 'USB 3.1 Gen 2' noemt en dat men usb 3.0 met terugwerkende kracht als 'USB 3.1 Gen 1' betitelt. Veel hardwarefabrikanten doen aan die onduidelijke naamgeving gelukkig niet mee en kiezen voor het duidelijke en simpele usb 3.0 en usb 3.1. Maar er zijn ook bijvoorbeeld moederborden waarbij de fabrikant aangeeft "2x usb 3.1 Gen 2 en 6x usb 3.1 Gen 1". Om het nóg vervelender te maken, zijn er ook fabrikanten en webshops die de generatie-toevoeging achterwege laten. Zo heeft de nieuwe Apple MacBook één usb3.1-aansluiting. Bij de meeste shops staat bij de specificaties echter niet duidelijk dat het over usb 3.1 Gen 1 gaat, in feite dus het bekende usb 3.0.

Nieuwe connector

Vrijwel tegelijkertijd met de nieuwe usb3.1-standaard heeft het consortium van fabrikanten dat de standaard ontwikkelt, ook een nieuwe connector afgeleverd: usb Type-C. Deze nieuwe stekker moet vooral een beter gebruiksgemak bieden. De Type-C-connector is ongeveer net zo klein als de bestaande micro-usb-stekker, maar is omkeerbaar, wat betekent dat het niet uitmaakt hoe je de stekker in een apparaat stopt. Bezitters van een iPhone of iPad met Lightning-connector weten hoe handig zo'n omkeerbare stekker is.
De Type-C-stekker is er verder zowel voor de zogenaamde host- als de client-kant. Ofwel: aan beide kanten van de kabel dezelfde stekker! Daarmee komt een eind aan het verschil tussen de zogenaamde Type-A-stekkers die je in de regel op pc en laptop vindt en Type-B-stekkers die je vindt op randapparatuur en mobiele apparaten. Vooral voor makers van laptops is dat goed nieuws, aangezien de normale usb-connector inmiddels een beperking wordt bij het alsmaar dunner maken van notebooks.
De nieuwe connector staat zoals geschreven los van de usb3.1-standaard. Dat houdt in dat er ook prima usb3.0-poorten met Type-C uitgevoerd kunnen worden. Dit is op de nieuwe MacBook bijvoorbeeld het geval. Tegelijkertijd kan usb 3.1 ook prima met de bestaande Type-A-connector worden uitgevoerd. Totdat de hele industrie over is op Type-C-connectors, wat vermoedelijk zal gaan gebeuren, zullen we nog een tijdje moeten prutsen met allerhande verloopkabels.

Meer dan alleen usb

Het mooie van de Type-C-stekker is dat deze officieel gebruikt kan en mag worden voor meer dan alleen usb. Dankzij de zogenaamde Alternative Mode staat het fabrikanten vrij om andere soorten interface over usb Type-C-kabels te laten gaan, in plaats van of aanvullend op usb. En dat gaat gebeuren ook! De VESA-organisatie die verantwoordelijk is voor de DisplayPort-standaard heeft al aangegeven dat men usb Type-C gaat gebruiken en Intel gebruikt de Type-C-stekker ook voor de nieuwe Thunderbolt3-interface. En aangezien de stekker ook nog eens gebruikt kan worden voor het met meer power opladen van apparaten, is het prima denkbaar dat op niet al te lange termijn laptops alleen nog maar een rijtje Type-C-connectoren hebben. De genoemde Apple MacBook is daar al een voorbode van.

Opladen

Usb-kabels worden al sinds jaar en dag gebruikt voor het opladen van smartphones, tablets en andere apparaten. Op dit moment kunnen usb2.0-poorten tot 2,5 W vermogen (5 V met 500 mA stroom) en usb3.x-poorten tot 4,5 W (5 V met 900 mA) vermogen leveren voor het laten werken of opladen van externe apparaten. Usb-laders bieden al hogere stromen (tot vlak boven de 2 A) om sneller op te laden, maar zonder gelijktijdige datacommunicatie.
De nieuwe usb Power Delivery-standaard biedt de mogelijk om usb Type-C-kabels veel hogere vermogens te laten transporteren dan de standaard 900 mA. De standaard voorziet in 10 W (5 V met 2 A), 18 W (12 V met 1,5 A), 36 W (12 V met 3 A), 60 W (12 V met 5 A of 20 V met 3 A) en zelfs 100W-profielen (20 V met 5 A). 60 of 100 watt is meer dan voldoende om een laptop op te laden!
Macbooks laad je tegenwoordig op via usb-c.
Voor usb Power Delivery zijn wel speciale kabels nodig, waarin chips zitten die de aangesloten apparaten vertellen welke profielen ondersteund worden. De standaard maakt het in ieder geval mogelijk dat je in de toekomst een laptop via een Type-C kabel aansluit op een docking-station en dat via die kabel dus én de laptop wordt opgeladen, én de laptop communiceert met randapparatuur. En het gaat zelfs nog een stapje verder: de standaard voorzien in bi-directioneel opladen, waarmee apparaten dus kunnen overleggen wie wie van stroom voorziet. Op die manier kun je dus niet alleen je tablet opladen vanaf je laptop, maar dus ook je tablet gebruiken als 'powerbank' voor je laptop als dat op dat moment handig is.

In de praktijk

Het is nog even wachten op de eerste laptops of andere apparaten die de nieuwe usb Power Delivery-standaard ondersteunen, maar met usb 3.1 (of beter gezegd dus usb 3.1 Gen 2) kún je nu al aan de slag. De Taiwanese chipontwerper ASMedia heeft sinds enige maanden de eerste usb3.1-controllers beschikbaar die nu al gebruikt worden door onder meer verschillende moederbordfabrikanten op hun nieuwste modellen. Ook de eerste laptops met usb 3.1 zijn er al, al zal het in de mobiele markt voornamelijk wachten zijn op de volgende generatie modellen (die eind van het jaar uitkomen) eer de nieuwe standaard gemeengoed wordt.
Thunderbolt over de usb-c-poort.
Voor wie een bestaande desktop-pc wil uitbreiden met usb 3.1, heeft onder meer het merk Sharkoon een PCI Express-insteekkaart met daarop de nieuwe controller. De eerste usb3.1-randapparatuur begint ook langzaamaan op de markt te komen. Zo heeft bijvoorbeeld SanDisk al een snelle externe SSD met usb 3.1 aangekondigd en heeft het genoemde Sharkoon inmiddels een lege usb3.1-schijfbehuizing waar je zélf een 2,5inch-SSD in kunt plaatsen.
Wij hebben inmiddels al de nodige ervaring opgedaan met de nieuwe standaard bij tests van verschillende moederborden uit de nieuwste generatie met daarop de genoemde controller. Daarop sluiten we een externe SSD aan die intern is opgebouwd uit een RAID0-configuratie van twee snelle Samsung 850 Evo-SSD's. In verschillende benchmarks, waaronder Crystal DiskMark, hebben we snelheden boven de 700 megabyte/s gemeten. Wanneer je Windows instelt op Hoge Prestaties bij energiebeheer en ook in de BIOS van de pc diverse energiebesparende technieken uitschakelt, zijn zelfs snelheden ruim boven de 800 mbyte/s mogelijk. Dezelfde externe SSD aangesloten op een usb3.0-poort blijft net boven de 400 mbyte/s steken. Wanneer je bijvoorbeeld tientallen of honderden gigabytes aan data wilt kopiëren van of naar je externe schijf, kan dat vele minuten tijd schelen.

Conclusie

In de tijd van externe SSD's zijn de hogere snelheden van usb 3.1 zeer welkom. De nieuwe Type-C-stekker is echter veel groter nieuws: het kleine formaat en de 'omkeerbaarheid' zorgen voor een groter gebruiksgemak. Het feit dat de stekker ook voor andere doeleinden gebruikt zal gaan worden, waaronder DisplayPort, maakt dat de standaard nog universeler wordt dan ie al is. Zeker gecombineerd met de Power Delivery-standaard wordt het in de toekomst mogelijk om een laptop met één kabel op een dockingstation aan te sluiten en dan is alles geregeld. Toch zorgt de nieuwe standaard ook voor onduidelijkheid.
De usb 3.1 Gen 1 en Gen 2 benaming is wat ons betreft echt een grote misser van het consortium. We zien nu al dat producten worden aangeprezen als usb 3.1, terwijl het in feite om usb 3.0 gaat. En veel van dezelfde connectors op de pc kan ook verwarrend zijn, zeker als je in de toekomst Type-C-aansluitingen krijgt die puur DisplayPort bieden en geen usb. Het 'als het past werkt het'-adagium van usb gaat daarmee op de schop. Het is aan de fabrikanten van desktops, laptops en andere apparaten om op beide vlakken voldoende duidelijkheid te scheppen.

DELL 268X5 N2DN5  voor Dell Vostro V131 V131D serie  li-ion 65Wh 11.1V
HAIER A31-B34  voor haier s500 serie medion serie/Drive accu  Li-ion 2334mah 11.1V
ACDP-100D01 laptop adapter voor Sony Vaio PCGA AC19V4 ACDP-100D01
ALCATEL TLp025G2 voor ALCATEL OT- 9001A OT- 9001X OT-8050D OT-9003A OT-9003X Li-ion 2580MAH/9.8Wh 3.8V/4.35V
DELL C4K9V voor DELL XPS 12 -L221x 9Q33 13 9333 Li-ion 55WH 7.4V
A13-045N2A KP.0450H.001 laptop adapter voor Acer Aspire Switch 11 12 V,Acer Chromebook 11

donderdag 6 september 2018

LaCie DJI Copilot - Mobiele harddisk met interne back-upfunctie

Een externe harde schijf stuur je normaal gesproken altijd aan vanaf een computer. De LaCie DJI Copilot is de uitzondering op de regel. Deze omvangrijke opslagdrager functioneert namelijk volledig zelfstandig, waarbij je rechtstreeks de inhoud van geheugenkaarten en usb-sticks kunt back-uppen.
De LaCie DJI Copilot heeft een nogal robuust uiterlijk. Een stevige rubberen rand beschermt de kunststof behuizing waarin een 2,5inch-schijf van maar liefst 2 TB zit opgesloten. Alle aansluitingen bevinden zich achter een spatwaterdicht klepje. Opvallend is het aantal beschikbare aansluitingen. Naast een micro-usb-ingang zien we namelijk ook een usb-c-aansluiting, usb3.1-poort en sd-kaartlezer. Via de twee laatstgenoemde aansluitingen hevel je bestanden vanaf een externe datadrager over. Een voordeel, want je hoeft dan niet eerst een pc of laptop op te starten. Zo kun je bijvoorbeeld beelden vanaf je (DJI) drone, actiecamera of normale camera direct veiligstellen.

Geïntegreerd lcd-scherm

Hoewel de specificaties er met geen woord over reppen, bevat de Copilot een accu. Handig voor wie op locatie gegevens wilt back-uppen. Het eenvoudige lcd-paneel aan de bovenzijde laat statusinformatie zien en stelt back-uptaken voor. Sluit je bijvoorbeeld een usb-stick aan, dan verschijnt de vraag Copy? in beeld. Hierbij is het even zoeken naar de bediening, want het apparaat heeft slechts één fysieke knop. Voor een akkoord druk je die een seconde in. Ga je niet akkoord, dun houd je de knop drie seconden ingedrukt. Bij gebruik van de Nederlandstalige Copilot BOSS-app wordt de bediening een stuk eenvoudiger. Hiervoor sluit je een smartphone of tablet op de micro-usb-poort van de externe schijf aan. LaCie levert maar liefst vijf snoertjes mee waaronder een lightning-kabel voor het koppelen van Apple-apparatuur.

Bestanden kopiëren

Bijzonder is dat deze externe schijf ook fungeert als powerbank voor het opladen van mobiele apparatuur. Een handige bijkomstigheid, maar de hoofdtaak is natuurlijk het overzetten van data. Dat doet deze schijf feilloos! Of je nou bestanden vanaf een pc overzet of de inhoud van een usb-opslagdrager kopieert, het gaat allemaal erg vlot. Een pluspunt is bovendien dat de Copilot weinig geluid produceert. Via de mobiele app breng je de inhoud van aangesloten datadragers in kaart, waarbij je zelf bepaalt welke bestanden je overzet.

Conclusie

De Copilot is met name interessant voor wie regelmatig onderweg of op locatie een back-up van een usb-opslagdrager, digitale camera of laptop wilt maken. De stevige behuizing leent zich prima voor dagelijks transport en met 2 TB aan opslagruimte kun je aardig wat mediabestanden kwijt. Helaas koppelen de fabrikanten LaCie en DJI wel een stevige adviesprijs aan dit fraai afgewerkte product.

ADS-40FSG-19 laptop adapter voor LG E1948S E2242C E2249 E1948 PC
ASUS A32-K53 A42-K53  voor ASUS A43 A53 K43 K53 X43 serie Li-ion 5200mah 10.8V
ACER AP13J4K  voor Acer Chromebook C720 C720P C740 Li-ion 3920mAh/45Wh 11.4V
AKOYA A41-B34 A32-B34voor Medion Akoya S4213 S4216 S4613 E6237 P6647 P6643 Li-ion 2600mAh 14.4V
DELL JWPHF R795Xvoor DELL XPS L401x L501x L701x serie Li-ion 56WH/ 6Cell 11.1V
CLEVO P150HMBAT-8 6-87-X710S-4271 voor Clevo P170HM P170 li-ion 5200mAh 14.8V

woensdag 5 september 2018

Dit heb je nodig voor je audio- en videoapparatuur

Wil je serieus aan de slag met audio en video op je pc, dan zijn er een paar dingen waar je op moet letten. In dit artikel lees je hoe je je pc het beste op audio- en videotaken kunt voorbereiden, wat voor hardware je eventueel nodig hebt, welke software je kan helpen en wat voor terminologie je tegen kunt komen. Kortom: dit heb je nodig voor je audio- en videoapparatuur.

Tip 01: Audio en video

De meeste computergebruikers werken wel eens met audio en video. Als je een mp3´tje wilt inkorten of een video wilt uploaden naar YouTube, dan heb je geen speciale kennis over audioformaten of video-codecs voor nodig. Voor simpele taken hoef je ook geen speciale pc of externe apparatuur aan te schaffen. Maar wat als je wekelijks video´s wilt opnemen voor je vlog, of als je een keer een opname van je band wilt opnemen op je pc? Dan wil je misschien in een externe microfoon, een audio-interface of een goede camera investeren. Ook kan dan de snelheid van je pc een stuk belangrijker worden en is het slim om eens over speciale software na te denken. Dit hoeft je overigens geen kapitalen te kosten, er zijn prima gratis of goedkope softwareprogramma´s beschikbaar en ook hardware-accessoires hoeven geen honderden euro´s te kosten. Snel aan de slag dus!

Tip 02: Pc samenstellen

Laten we beginnen bij het belangrijkste: je pc. Als je serieus met audio en video aan de slag wilt, heb je een goede pc nodig. Maar wat is goed? Dit hangt helemaal af van wat je precies wilt gaan doen uiteraard. Door de bank genomen kun je zeggen dat video een stuk meer van je pc verlangt dan audio. Een recente desktop-pc of laptop is krachtig genoeg om meerdere audiosporen tegelijkertijd op te nemen en je zult niet zo snel aan de grenzen van je cpu komen bij het mixen van muziektracks. Netbooks of zeer compacte laptops zijn meestal minder geschikt, vaak hebben deze apparaten minder krachtige processoren en minder geheugen dan een volwaardige laptop. Voor audio heb je minimaal 4 GB geheugen nodig, maar 8 GB is zeker aan te raden. Voor video is 8 GB het minimum, 16 GB werkt echter een stuk sneller. Qua processor moet je denken aan een Intel Core i5, maar beter is natuurlijk een Core i7 of hoger. Ook hier geldt weer dat video meer eisen aan een systeem stelt dan audio.
Heel belangrijk is dat je gebruik maakt van ssd-schijven. De meeste laptops worden tegenwoordig al sowieso met ssd-opslag geleverd. Bij desktop-pc´s worden doorgaans standaard ‘ouderwetse’ harde schijven geleverd, maar ook daar kun je gewoon ssd’s gebruiken. Er bestaan weliswaar speciale 3,5-inch-ssd’s voor desktops, maar het is goedkoper om gewoon 2,5-inch-versies te gebruiken. Soms worden de benodigde inbouwadapters gratis meegeleverd, maar ze zijn ook voor een habbekrats los te koop. Zeker bij het werken met video is het beeldscherm ook van groot belang. Een full-hd-beeldscherm met resolutie van minstens 1920 bij 1080 pixels werkt fijn.

Tip 03: Mac of pc?

Vroeger was het een simpel feit: als je serieus met audio of video bezig wilde, dan had je een Mac-computer nodig. De meeste professionele software was alleen voor Mac beschikbaar en in alle studio´s zag je Macs staan. Dit is tegenwoordig wel anders, vrijwel alle software is voor zowel pc als Mac beschikbaar en heel eerlijk gezegd: Apple heeft de creatieve pro-gebruiker de laatste jaren een beetje links laten liggen. Een voorbeeld is het topmodel Mac Pro van Apple dat al jaren geen update heeft gehad en qua specificaties links en rechts wordt ingehaald door pc-systemen. Waarom zou je dan nog wel voor een Mac kiezen? Nou, bijvoorbeeld omdat de hardware en software perfect op elkaar is afgestemd en er veel standaardprogramma´s en -functies in macOS zitten ingebouwd. In een gemiddelde muziekstudio, designeropleiding of edit-ruimte zie je dus toch nog vaak één of meerdere Macs staan. Maar een pc-systeem heeft voordelen: je hebt zelf de controle over de componenten die je wilt hebben en over het algemeen ben je voordeliger uit. En als je Windows gewend bent is het wel zo prettig als je dat besturingssysteem kunt blijven gebruiken.

Tip 04: Audio-interface

Om muziek te maken, heb je niet veel externe spullen nodig. Het belangrijkste is dat je luidsprekers of een goede koptelefoon aanschaft, want muziek mixen op een pc-luidsprekersetje is meestal niet heel bevredigend. Om je luidsprekers of koptelefoon aan te kunnen sluiten, is een audio-interface een goede aanschaf. Zo’n interface sluit je met een usb-kabel op je computer aan en heeft vaak meerdere aansluitingen voor bijvoorbeeld luidsprekers, koptelefoons, microfoons en andere muziekapparatuur. Een audio-interface hoeft niet duur te zijn, voor een paar tientjes heb je al een simpele variant. Elke audio-interface heeft twee aansluitingen voor de twee luidsprekers en één kleine aansluiting voor een koptelefoon. Het aantal ingangen wordt bij de specificaties aangegeven: als er één ingang op zit, is dit meestal een jack-aansluiting voor een gitaar of een XLR-aansluiting voor een microfoon. Beide instrumenten zijn mono en hebben dus maar één aansluiting nodig. Wil je een stereo-instrument zoals een synthesizer aansluiten, dan heb je twee jack-ingangen nodig: één voor links en één voor rechts. Veel audio interfaces hebben tegenwoordig gecombineerde ingangen: dit betekent dat je er zowel een jack-kabel (van bijvoorbeeld een gitaar of synthesizer) of een XLR-kabel in kunt steken.

Tip 05: Usb-midi-controller

Als je toetsenist bent en software-instrumenten op je pc wilt kunnen bedienen, dan kun je overwegen om een usb-midi-controller aan te schaffen voor een paar tientjes. Dit is een keyboard (een muzikaal keyboard, geen toetsenbord om mee te typen) die je met een usb-kabel op je pc aansluit. Het keyboard verzendt zogenaamde midi-noten en -informatie die je softwareprogramma om kan zetten in muziek. Usb-midi-controllers hoeven overigens niet alleen maar toetsen te hebben, ze kunnen bijvoorbeeld ook pads bevatten. Dit zijn kleine vierkantjes waarop je met je vingers drumritmes kunt inspelen. Andere veel geziene gasten op usb-midi-controllers zijn draaiknoppen en faders, waarvan je de laatste wellicht (her)kent van een mengpaneel. Met draaiknoppen kun je in muzieksoftware bijvoorbeeld de hoeveelheid galm op een spoor bedienen, met een fader bedien je bijvoorbeeld het volume van een bepaald spoor. Voor dj’s zijn speciale midi-controllers op de markt.

Tip 06: Muzieksoftware

Allemaal leuk en aardig, maar zonder speciale muzieksoftware kom je niet zo ver. Als je muziek wilt opnemen, mixen en produceren, dan heb je een zogenaamd daw nodig. Dit staat voor digital audio workstation, oftewel digitaal audio-montagesysteem. Er zijn tientallen opties, bekende namen zijn GarageBand, FL Studio, Cubase, Ableton Live, Magix Music Maker of Reason. Elke daw bestaat uit een arrangeervenster waar je verschillende sporen onder elkaar ziet. Elk spoor bevat een ander instrument, dit kan een opgenomen zangspoor zijn, maar ook een ingespeeld melodielijntje op een software-synthesizer of -piano. Op elk spoor kun je effecten zoals galm, echo of compressie toepassen. In het programma mix je de verschillende sporen samen en aan het einde exporteer je je liedje als wave- of mp3-bestand.

VST en AU

De effecten die je in een daw op een bepaald spoor kunt toepassen, kunnen standaard bij het programma worden meegeleverd. Er zijn echter ook effect-plug-ins van andere fabrikanten. Deze effect-plug-ins hebben het formaat VST of AU (AudioUnit). Vrijwel elke fabrikant levert zijn plug-ins in beide formaten, maar je daw ondersteunt meestal maar één formaat. Software-instrumenten als piano’s, orkest-samples en virtuele synthesizers kunnen ook door andere fabrikanten worden gemaakt en hebben ook het formaat VST of AU.

Tip 07: Camera

Voor het maken en editen van video’s is er maar één ding écht belangrijk en dat is een goede camera. Met de camera van je smartphone kun je wel snapshots opnemen, maar voor goede actievideo’s of opnames met diepte kun je het beste investeren in een camera die in jouw budget past. Camera’s kunnen extreem duur zijn, dus weet waar je het voor wilt gebruiken. Als je een videoclip voor een bevriende band wilt schieten, heb je een andere camera nodig dan wanneer je instructievideo’s wilt maken, om maar eens twee dingen te noemen. Omdat camera’s zo duur zijn en je in de meeste gevallen niet altijd een camera nodig hebt, kan het ook een idee zijn om een camera te huren. Een camera die normaal duizenden euro’s kost kun je bij een verhuurbedrijf al voor een paar tientjes per dag huren. Laat je ook goed informeren over de lens van de camera, want elke toepassing heeft een ander soort lens nodig.

Tip 08: Accessoires

Naast een camera kan het ook handig zijn om een externe microfoon te huren zodat je het geluid zo goed mogelijk kunt opnemen. Achteraf geluid repareren is altijd lastiger dan je denkt en in sommige gevallen zelfs onmogelijk. Voor andere toepassingen kan het handig zijn om extra lampen te gebruiken of een tripod voor je camera aan te schaffen. Een laatste tip voor als je jezelf wilt filmen is om te kijken of je camera wifi heeft ingebouwd en een afstandsbedienings-app aanbiedt. Hiermee kun je opnames starten en stoppen zonder dat je aan de camera hoeft te zitten. Enorm handig en bovendien verklein je de kans dat je camera beweegt tussen twee opnames. De meeste moderne digitale spiegelreflexcamera’s (dslr’s) bieden deze mogelijkheid. En hoe zit het met de grafische kaart (gpu) in je pc? In tegenstelling tot wat je misschien verwacht is dit minder belangrijk dan een sterke processor. Veel softwareprogramma’s gebruiken tegenwoordig namelijk de cpu om berekeningen uit te voeren, al heb je wel baat bij een krachtige gpu doordat bewerkingen sneller kunnen gaan.

Schakelen met camera’s

Voor professionele filmpjes is het slim om met twee camera’s tegelijkertijd te filmen, zo kun je tijdens het editen van de ene naar de andere camera schakelen. Als je instructievideo’s wilt maken, zou je bijvoorbeeld één camera op je gezicht kunnen richten en één op je handen.

Tip 09: Video-editor

Om je video’s te bewerken, heb je een video-editor nodig. Net als bij daw’s zijn hier ook talloze opties mogelijk. Enkele bekende opties zijn DaVinci Resolve (gratis!), Adobe Premiere en Final Cut. Een video-editor heeft een tijdlijn waar je verschillende video’s aan toe kunt voegen, dit worden dan fragmenten van je uiteindelijke film of video. De sporen zie je onder elkaar en net als videosporen kun je ook meerdere audiosporen onder elkaar leggen. Je maakt fades tussen verschillende fragmenten en kunt eventueel titels toevoegen. Met een professionele video-editor kun je de kleuren van fragmenten veranderen, effecten aan bepaalde scenes of fragmenten toevoegen en je opgenomen fragmenten draaien, bijsnijden of inkorten. Aan het einde moet je je montage renderen tot één video, dit kan een paar minuten tot een paar uur duren.

Tip 10: Audioformaten

Al zin gekregen om je eigen muziek op te nemen of een video op te nemen? Mooi! Laten we nog wel even wat droge kost doornemen zodat je weet wat je tegen kunt komen bij het creëren van je meesterwerk. Bij audio is het belangrijk om te weten dat er in principe twee soorten audio bestaan: ongecomprimeerd en gecomprimeerd. Een ongecomprimeerd audioformaat is bijvoorbeeld wave of aif. Een wave- of audiobestand heeft altijd een bitrate en een sample-frequentie, waarbij hogere waardes beter zij qua kwaliteit maar ook meer ruimte in beslag nemen. Cd-kwaliteit is 16 bit en heeft een sample-frequentie van 44.100 Hertz. Je kunt in je daw instellen dat je met een bitrate van 24 wilt werken, dit is de standaard in de pro-audiowereld. Als je werkt met beeld, dan is het handig om een sample-frequentie van 48.000 Hertz te handhaven, video-professionals werken hier over het algemeen mee. In je daw geef je aan met welke bitrate en sample-frequentie je wilt werken. Een gecomprimeerd formaat is vele malen kleiner dan een wave of aif-bestand, maar hier lever je aan kwaliteit in. Tenminste, als het gaat om lossy-compressie. Een bekend voorbeeld is mp3; hoe meer compressie je toepast, hoe kleiner het bestand en hoe slechter de geluidskwaliteit van de muziek. Mp3-bestanden worden ook aangegeven met bitrates: een bitrate van 320 kbps is vrij goed, bij 128 kbps horen de meeste mensen veel vervormingen in de muziek. Een andere vorm van compressie is lossless, een bekend voorbeeld is flac. Hier wordt de audio gecomprimeerd door bijvoorbeeld stiltes te analyseren. De audio wordt niet daadwerkelijk slechter gemaakt, vandaar de naam lossless (‘zonder verlies’).
Tip 11: Videoformaten
Een videobestand heeft een bepaalde extensie, vaak ook container genoemd. De container bevat naast de eigenlijke video-opname ook de audio, de eventuele ondertiteling en de videotitel. Bekende containers zijn mp4 en mov. Hoe de video door de camera wordt opgenomen en in welk formaat het naar je editor wordt gestuurd, is bij elke fabrikant anders. Dit heeft te maken met de codec of het compressieformaat van de video. Een bekende codec is h.264, een codec die in veel programma´s standaard zit ingebakken. Een codec comprimeert niet alleen een bestand; dezelfde codec moet het bestand ook weer decomprimeren op het apparaat waar je het bekijkt. Als je op je systeem een bepaalde codec niet hebt geïnstalleerd, kun je het videobestand dus niet afspelen. Een programma als VLCbiedt oplossing omdat het veel verschillende codecs bevat. Bij een hevig gecomprimeerde video zul je meer pixels gaan zien, is de audio slechter en zijn video’s minder vloeiend af te spelen.

ASUS A32-K53 A42-K53  voor ASUS A43 A53 K43 K53 X43 serie Li-ion 5200mah 10.8V
ACER AP13J4K  voor Acer Chromebook C720 C720P C740 Li-ion 3920mAh/45Wh 11.4V
AKOYA A41-B34 A32-B34voor Medion Akoya S4213 S4216 S4613 E6237 P6647 P6643 Li-ion 2600mAh 14.4V
DELL JWPHF R795Xvoor DELL XPS L401x L501x L701x serie Li-ion 56WH/ 6Cell 11.1V
CLEVO P150HMBAT-8 6-87-X710S-4271 voor Clevo P170HM P170 li-ion 5200mAh 14.8V
235W PW116 R224M H235P-00 laptop adapter voor Dell Optiplex 760 780 SFF Power Supply

woensdag 29 augustus 2018

Samsung Portable SSD X5 – Razendsnel via Thunderbolt

Momenteel zijn m.2 nvme-ssd’s het neusje van de zalm en Samsung behoort met bijvoorbeeld de SSD 970 Pro tot de top. Met de Portable SSD X5 brengt Samsung nvme naar de externe ssd. Thunderbolt 3 moet het mogelijk maken deze razendsnelle ssd extern te gebruiken. Wij hebben de Samsung Portable SSD X5 getest.
De Portable SSD X5 is niet Samsungs eerste externe ssd, zo kwam vorig jaar de Portable SSD T5 op de markt. Deze maakt gebruik van usb 3.1 en is intern voorzien van een msata-ssd. Met een snelheid van 10 Gbit/s (1250 MB/s) is usb 3.1 niet snel genoeg om de huidige nvme-ssd’s met snelheden boven de 2.500 MB/s bij te houden. In de vorm van Thunderbolt 3 is er wél een aansluiting die deze snelheden aankan. De eerste twee varianten van het door Intel en Apple uitgevonden Thunderbolt maakten gebruik van een mini-displayport-aansluiting en waren vooral een Apple-feestje. Met Thunderbolt 3 dat gebruik maakt van de usb-c-connector zien we Thunderbolt naast MacBooks wél terug op de duurdere Windows-machines. Thunderbolt 3 is gebaseerd op pci-express 3.0 en gebruikt voor de dataoverdracht een x4-verbinding, dezelfde verbinding die gebruikt wordt voor interne nvme-ssd’s.

Alleen Thunderbolt 3

Volgens de specificaties heb je om de Portable SSD X5 te gebruiken een Thunderbolt 3-aansluiting nodig. Uiteraard hebben we toch even geprobeerd om de X5 via usb aan te sluiten en zoals verwacht gebeurt er dan weinig. Er wordt door Windows wel herkend dat de X5 is aangesloten, maar stuurprogramma’s om hem te gebruiken zijn er niet. Dat is zelfs het geval als je laptop voorzien is van een usb-c-poort zonder Thunderbolt-ondersteuning. Die aansluiting ziet er precies hetzelfde uit, maar werkt niet in combinatie met de X5. Dit illustreert nog maar eens de verwarring van de usb-c-aansluiting die voor verschillende protocollen is in te zetten. De X5 is dus geen schijf om bestanden met andere mensen uit te wisselen, je moet hem echt voor jezelf aanschaffen. Met de meegeleverde software kun je je data van een wachtwoord voorzien, hiervoor wordt gebruik gemaakt van AES 256bit-versleuteling

Nvme-ssd

Met Thunderbolt vormt de aansluiting niet langer een snelheidsbeperking en Samsung heeft de Portable SSD X5 dan ook voorzien van een m.2 nvme-ssd uit eigen stal. Welke variant dat precies is, kon Samsung ons niet vertellen en het lijkt onmogelijk de X5 zonder schade open te maken. Met opgegeven lees- en schrijfsnelheden van 2.800 en 2.300 MB/s gaat het in ieder geval om een rap exemplaar. Met een afmeting van 11,9 x 6,2 x 2 cm is de magnesium behuizing van de X5 een stuk groter dan de gebruikte m.2-ssd. Dit verschil in afmeting tussen ssd en de behuizing is ook een stuk groter dan bij Samsungs op msata gebaseerde usb-ssd’s. De Portable SSD T5 is bijvoorbeeld niet gek veel groter als de msata-ssd die intern gebruikt wordt. De reden voor de enigszins forse behuizing van de X5 is koeling. De ssd is voorzien van een forse heatsink die ervoor zorgt dat de ssd niet te warm wordt en de prestaties ook over langere tijd goed blijven.

Prestaties

De laptop die we gebruikt hebben om de 1 TB-uitvoering van de Portable SSD X5 te testen is een modern exemplaar met een Intel Core i7-8550u, 16 GB ram en een Samsung PM981 nvme-ssd van 512 GB. We hebben onze ssd-benchmarks losgelaten op zowel de Portable SSD X5 als de ingebouwde PM981. Met CrystalDiskMark bepalen we de sequentiële lees- en schrijfsnelheden. De X5 haalt hierbij met 2769,2 en 2157,8 MB/s bijna de door Samsung opgegeven snelheden. De ingebouwde PM981 heeft met 3157,3 MB/s een hogere leessnelheid, maar is met 1622,5 MB/s een stuk langzamer met schrijven. Dat beeld wordt bevestigd in AS SSD: de ingebouwde ssd heeft een hogere sequentiële leessnelheid terwijl de X5 een hogere schrijfsnelheid heeft. De X5 doet het echter weer beter in testen met kleine stukjes data en heeft een betere toegangstijd. AS SSD kent aan de X5 een score toe van 4464 punten terwijl de PM981 3180 punten scoort. Uiteindelijk gaat het om de prestaties in de praktijk en de benchmark die daar het dichtst bij in de buurt komt is de Storage-test van PCMark 8. De X5 krijgt van PCMark 5077 punten terwijl de ingebouwde PM981 5022 punten krijgt. De externe X5 is volgens PCMark 8 dus een betere ssd om vanaf te werken dan de in de laptop ingebouwde nvme-ssd en dat verdient lof. Je kunt de X5 dus zonder zorgen gebruiken om programma’s op te installeren of grote bestanden zoals 4K-films of raw-foto’s direct te bewerken vanaf de X5. Die score van 5077 punten is overigens vrijwel gelijk aan Samsungs SSD 970 EVO.

Conclusie

Samsung maakt met de X5 de belofte waar: dit is een externe ssd die vrijwel net zo snel is als een intern exemplaar. Je kunt de X5 dan ook zonder zorgen inzetten voor alles waar je normaal gesproken een interne nvme-ssd voor inzet. De X5 is ook een prima manier om de opslag van een laptop of pc met Thunderbolt 3 uit te breiden wanneer het niet mogelijk is de ingebouwde ssd te vervangen. De Portable SSD X5 heeft echter één belangrijk minpunt en dat is dat Thunderbolt 3 echt verplicht is. Zelfs via een usb-c-poort krijg je zonder Thunderbolt-ondersteuning geen verbinding met de X5 terwijl die aansluiting er fysiek wel hetzelfde uitziet. De prijzen beginnen bij 409,99 euro voor de 500GB-uitvoering en liggen daarmee een stuk hoger dan die van de op usb 3.1 gebaseerde Portable SSD T5. De prijs van de geteste 1TB-uitvoering is nog niet bekend.

ADS-40FSG-19 laptop adapter voor LG E1948S E2242C E2249 E1948 PC
DELL XCMRD 0MF69   voor DELL Inspiron 14 serie DELL Inspiron 14R 14-3421 serie li-ion 40WH 14.8V
TOSHIBA PA5149U-1BRS  voor Toshiba Tecra Z40T-A1410 Z50-A-11H Li-ion 60Wh/3860mAh 14.4V
504965-001 laptop adapter voor HP Desktop Power Supply unit PSU 504965-001 PC8044 220W HP-D2201C0 New
DELL 245RR T0TRM  voor Dell XPS 15 9530 Precision M3800 Li-ion 91Wh/9cell 11.1V
HP SE03XL  voor HP HSTNN-LB7G HSTNN-UB6Z TPN-Q171 849568-421 849908-850 Li-ion 41.5Wh 3450mAh 11.55V

maandag 27 augustus 2018

Trage pc? Zo upgrade je je hardware

Na een aantal jaar heeft iedere pc merkbaar last van slijtage. De systeemkast wordt erg heet, de harde schijf blijft maar ratelen en programma’s starten tergend langzaam op. Tijd om je handen uit de mouwen te steken! Met de tips in dit artikel heb je nooit meer last van een trage pc.

Tip 01: Afstoffen

Bij systemen die al een tijdje meegaan, is het zinvol om de boel eens grondig af te stoffen, en dan hebben we het over de binnenkant van de systeemkast. Als ventilators en koelgaten zijn dichtgeslibd, dan loopt de temperatuur binnen de behuizing behoorlijk op. Het gevolg is dat diverse hardware-onderdelen niet meer maximaal kunnen presteren, zoals de videokaart en processor. De behuizing van een desktop-pc maak je eenvoudig open door bijvoorbeeld twee schroefjes los te maken. Bij een laptop kun je soms de achterkant losmaken, waarna je makkelijk bij de ventilators kunt komen. Probeer anders in elk geval de ventilatiegaten schoon te maken.

Veilig werken

Om de hardware van je computer te kunnen upgraden, is een goede voorbereiding van belang. Allereerst zoek je natuurlijk uit welke hardware je nodig hebt en welke spullen compatibel zijn met je pc/laptop. Zorg dat je een goede gereedschapsset met kleine en magnetische schroevendraaiers bij de hand hebt. Vooral dat laatste is belangrijk, omdat de kans dat je de schroefjes laat vallen en kwijtraakt dan een stuk kleiner is. Losse schroefjes bewaar je bij voorkeur in een bakje (per type). Daarnaast zorg je voor een stabiele ondergrond wanneer je de computer openmaakt, maar ook voor een antistatische omgeving.

Tip 02: Extra geheugen

Windows 10 leent zich uitstekend voor multitasking, bijvoorbeeld door gebruik van de virtuele bureaubladen. Misschien gebruik je hierdoor vergeleken met eerdere Windows-versies meer programma’s tegelijkertijd. Om een prettig draaiend systeem te hebben, moet het systeem voldoende geheugen hebben. Wij raden minimaal 8 GB aan. Hiermee kun je de wat zwaardere toepassingen gelijktijdig gebruiken. Wil je alleen surfen of werk je veel in de cloud, dan kun je in principe wel af met 4 GB.
Je controleert eenvoudig of er bij jouw systeem sprake is van geheugentekort. Open alle programma’s die je normaliter tegelijkertijd gebruikt, bijvoorbeeld een fotobewerker, muziekdienst, chatclient, tekstverwerker, e-mailprogramma en browser met meerdere tabbladen. Zodra alles is opgestart, druk je op de sneltoets Ctrl+Shift+Esc voor het openen van de tool Taakbeheer. Navigeer naar het tabblad Prestaties en klik op Geheugen. Je ziet precies hoeveel geheugencapaciteit er nog beschikbaar is. Wanneer zo’n tachtig procent van het geheugen is gereserveerd, loont het de moeite om extra geheugen bij te plaatsen. Bezoek de website om uit te zoeken welke ram-modules er compatibel zijn met jouw pc. Ook bij sommige laptops kun je het geheugen overigens uitbreiden.

Tip 03: Geheugen monteren

De montage is eenvoudig gepiept, want je hoeft de ram-modules alleen maar in een vrij geheugenslot te klikken. Het besturingssysteem herkent het nieuwe geheugen automatisch. Let voor de aanschaf wel even op hoeveel ram en welk geheugentype het moederbord van een desktop-pc of laptop ondersteunt. Naast de capaciteit speelt ook de snelheid van het werkgeheugen een belangrijke rol. Deze eigenschap staat in de specificaties aangegeven in megahertz (MHz). Hoe hoger de waarde hiervan is, hoe sneller het werkgeheugen presteert, maar je computer moet hier wel compatibel mee zijn.

Tip 04: Hogere kloksnelheid

Taakbeheer kun je ook gebruiken om andere zaken te controleren. Als je dit hulpprogramma nogmaals opent, maar nu naar Prestaties / Processor navigeert, zie je hoeveel procent van de beschikbare rekenkracht er momenteel in gebruik is. Bij een hoog percentage is het zinvol om je processor te overklokken, mits jouw cpu deze functie ondersteunt. Vanwege een hogere klokfrequentie presteert het systeem dan sneller, omdat er binnen dezelfde tijd meer berekeningen mogelijk zijn. De chipfabrikanten Intel en AMD voeren bij de productie van veel processors een ruime veiligheidsmarge in, waardoor je best een wat hogere klokfrequentie kunt instellen.

Risico overklokken

Er is wel een risico aan overklokken verbonden, vooral oververhitting en snellere slijtage kunnen voor problemen zorgen. Bovendien vervalt mogelijk de garantie. Goed om te weten is dat het in de praktijk nauwelijks problemen geeft om de klokfrequentie met pakweg twintig procent op te voeren, maar helemaal zonder risico is overklokken dus niet. Het opschakelen van de processor kan op twee manieren. Je kunt in het bios of de uefi de instellingen handmatig invoeren. Dat is geen alledaags klusje, dus je moet wel weten wat je doet. Gelukkig zit er bij moderne moederborden vaak speciale software meegeleverd, waarmee je eenvoudiger kunt overklokken. Aan de hand van kant-en-klare profielen lukt het hiermee eenvoudiger om de processorsnelheid op te voeren.

Tip 05: Stresstest

Heb je de processor ingesteld op een hogere klokfrequentie? Door middel van een stresstest stel je het systeem continu bloot aan een maximale belasting. Op die manier achterhaal je eenvoudig of de verhoogde kloksnelheid nadelige gevolgen heeft voor de stabiliteit van het systeem. Je doet hiervoor een beroep op Prime95. Selecteer in dit programma de instellingen Just Stress Testing en In-place large FFTs om de stresstest uit te voeren. Laat het programma vervolgens een paar uur draaien. Valt het systeem niet uit? In dat geval blijft de computer bij een hoge belasting stabiel en is het overklokken geslaagd!

Tip 06: Snellere processor

Is overklokken niet mogelijk of blijft het gewenste effect achterwege? Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om een snellere processor in te bouwen. Het loont bijvoorbeeld de moeite om een relatief trage Intel Core i3-processor te vervangen voor een Core i7-exemplaar. Het aanschaffen van een cpu is vaak wel een prijzige aangelegenheid, want dit is doorgaans het duurste onderdeel van de pc. Bovendien ben je voor de keuze afhankelijk van de beschikbare socket op het moederbord. Controleer daarom de specificaties van het moederbord om te zien welk type socket jouw pc accepteert.

Tip 07: Hardwareversnelling

Sommige videokaarten helpen de processor een handje door bepaalde rekentaken over te nemen. Gunstig, want de processor houdt hierdoor meer rekenkracht over voor andere zaken. Een voorwaarde is wel dat de gebruikte software hardwareversnelling door de videokaart ondersteunt. De bekende fabrikant Nvidia produceert GeForce-kaarten met ondersteuning voor CUDA.
Zware applicaties die overweg kunnen met deze programmeeromgeving lopen hierdoor een stuk vlotter op je pc. Onder meer Adobe Premiere Elements Pro, AutoCad en sommige games ondersteunen deze technologie. AMD’s videokaarten doen een beroep op de programmeercode OpenCL om zware rekentaken uit te voeren. Als je de processor wilt ontlasten, kun je dus overwegen om een videokaart met ondersteuning voor hardwareversnelling in te bouwen.

Tip 08: Turbostand

Bepaalde processors van Intel en AMD overklokken zichzelf automatisch als het systeem daarom vraagt. Wanneer je bijvoorbeeld veel programma’s tegelijkertijd hebt openstaan of een mooie game speelt, schakelt het rekencentrum vanzelf een tandje bij. Intel noemt deze technologie Turbo Boost, terwijl AMD de naam Turbo CORE gebruikt. Als je computer een geschikte processor aan boord heeft, controleer je in het bios van de pc of de turbostand is ingeschakeld. Tijdens het opstartproces van het systeem druk je op een bepaalde sneltoets om het bios te openen, bijvoorbeeld F2 of Delete (de exacte toets vind je in je handleiding of door online op het typenummer van je pc te zoeken). Vervolgens controleer je bij de instellingen van de processor (cpu) of de turbostand actief is.

Tip 09: Ssd inbouwen

Dit hebben we al een stuk vaker geschreven in Tips & Trucs, maar we kunnen het in dit artikel zeker niet laten ontbreken. Een zeer aan te raden upgrade om je pc aanzienlijk te versnellen, is door je harde schijf te vervangen door een ssd. In tegenstelling tot een klassieke harde schijf, bevat een ssd geen roterende onderdelen. Hierdoor heeft dit opslagtype minder tijd nodig om data te vinden. Wanneer je alle systeembestanden van het besturingssysteem op een ssd bewaart, zal de computer aanzienlijk sneller opstarten. Lijkt dat je wel wat? Schaf dan een ssd met voldoende opslagcapaciteit aan. Per gigabyte kost een ssd wel een stuk meer dan een traditionele harde schijf.
Omdat een ssd meestal hetzelfde formaat heeft als een 2,5inch-schijf, kun je dit opslagtype in bijna iedere computer kwijt. Vaak is er wel een (soms meegeleverde) houder of beugel nodig, zeker als je in je pc een 3,5inch-slot hebt. Pc’s met een msata- of m.2-aansluiting kunnen ook de kleinere varianten van een ssd herbergen. Na de bevestiging sluit je twee sata-kabels aan op het moederbord en de voeding. Tot slot is het nodig om de gegevens van je C-schijf van de harde schijf te verplaatsen naar je nieuwe ssd. Dit doe je het eenvoudigst door je schijf te klonen.

Tip 10: Grafische kaart

Bij doorsnee pc’s is er een grafische chip in de processor ingebouwd. Aan de hand van complexe berekeningen stuurt dit onderdeel beeld naar de monitor. Voor eenvoudige pc-taken is dit voldoende, bijvoorbeeld voor het kijken van films en surfen in een browser. Moderne games stellen hoge eisen aan de videokaart wanneer je in de hoogste resolutie zonder haperingen wilt spelen. In dat geval is het beter om een losse grafische kaart (ook wel dedicated genoemd) aan te schaffen. Een aparte grafische kaart is in staat om berekeningen sneller uit te voeren en beelden op de monitor vlotter te verversen. Ook voor liefhebbers van foto- en videobewerking is de aanschaf van een losse grafische kaart het overwegen waard. Bepaalde videokaarten nemen zelfs rekentaken van de processor over, mits de gebruikte software deze functie ondersteunt. Het inbouwen van een videokaart is in een desktop-pc een simpel karweitje. Stop de insteekkaart in een vrij pci-express-x16-slot van het moederbord en maak zo nodig het borgschroefje vast. Bij een laptop is het niet mogelijk om een losse grafische kaart bij te plaatsen.

Tip 11: Extra fan

Als je besluit om de klokfrequentie van de processor op te voeren of een sneller exemplaar in te bouwen, stijgt mogelijk de temperatuur binnen de systeemkast met enkele graden. Ook extra ram-modules en een dedicated grafische kaart geven warmte af. Aangezien een hogere temperatuur een nadelig effect heeft op de systeemprestaties, is het slim om de warmteafvoer te optimaliseren. Je kunt dus overwegen om een extra ventilator in de behuizing te plaatsen. Een gemiddeld moederbord heeft hiervoor meerdere aansluitingen beschikbaar.

Tip 12: Meer vermogen

Bij het upgraden van een pc zien veel mensen de voeding over het hoofd. Zeker wanneer het systeem over snellere componenten beschikt, is het energieverbruik vaak hoger. Dit onderdeel moet dus krachtig genoeg zijn om alle onderdelen de benodigde energie te leveren. Mogelijk heb je dus na een aantal uitbreidingen/vernieuwingen een exemplaar met meer vermogen nodig. De grootste stroomverbruikers zijn de processor en videokaart. Indien je één van deze of zelfs beide onderdelen hebt vervangen, is het slim om de specificaties van de huidige voeding te controleren. Hulp nodig? Op de website van fabrikant Cooler Master vind je een handige calculator die berekent hoeveel watt het voedingsblok minimaal moet leveren voor optimale systeemprestaties.

Tip 13: Netwerkadapter

Als je een pijlsnel thuisnetwerk ambieert, leg je een gigabit-netwerk aan. Dat is vooral een meerwaarde wanneer bijvoorbeeld meerdere computers binnen het netwerk regelmatig zware filmbestanden streamen. Alle hedendaagse pc’s hebben hiervoor een gigabit-adapter aan boord. Is jouw systeem al iets ouder en nog uitgerust met een 100Mbit-netwerkadapter? Vervang dit onderdeel dan voor een gigabit-netwerkkaart en sluit het component aan op een vrij pci-slot van het moederbord.

Tip 14: Upgradekit

Vind je het lastig om de juiste onderdelen voor je pc bij elkaar te sprokkelen en eigenhandig te vervangen? Overweeg dan de aanschaf van een zogeheten upgradekit. Veel (online) computerwinkels bieden namelijk kant-en-klare pakketten aan om de hardware van een pc te vervangen. Zo’n pakket bestaat meestal uit een moederbord, processor met cpu-koeler en ram-modules. Een groot voordeel van een upgradekit is dat je zelf geen rekening meer hoeft te houden met de onderlinge compatibiliteit van de onderdelen.
Ook is het fijn dat in veel gevallen alles al is voorgemonteerd. Je hoeft het moederbord alleen nog maar te bevestigen aan de zijwand van de systeemkast. Hiervoor gebruik je afstandsbusjes, want het moederbord mag nooit direct in aanraking komen met de behuizing. Zorg voor een juiste montage, zodat alle poorten via de achterzijde van de pc goed bereikbaar zijn en de kleine stekkertjes van de behuizing op correcte wijze zijn aangesloten op de printplaat. Let bij het uitzoeken van een upgradekit goed op of er voldoende pci-express-slots vrij zijn voor de onderdelen die jij wilt plaatsen, zoals insteekkaarten, zoals een grafische kaart, geluidskaart en/of tv-tuner.

504965-001 laptop adapter voor HP Desktop Power Supply unit PSU 504965-001 PC8044 220W HP-D2201C0 New
DELL 245RR T0TRM  voor Dell XPS 15 9530 Precision M3800 Li-ion 91Wh/9cell 11.1V
HP SE03XL  voor HP HSTNN-LB7G HSTNN-UB6Z TPN-Q171 849568-421 849908-850 Li-ion 41.5Wh 3450mAh 11.55V
ASUS A41-X550E  voor Asus X450 X450E X450J X450JF A450J A450JF A450E F450E K550E Li-ion 44WH/2950mAh 14V/15V
ADS-40FSG-19 laptop adapter voor LG E1948S E2242C E2249 E1948 PC
APPLE A1577  voor Apple iPad Pro 12.9 Li-ion 38.8Whr/10307mAh 3.77V

dinsdag 14 augustus 2018

dit zijn de beste solid state drives

De specificaties van solid state drives of ssd’s zijn even eenvoudig te volgen als die van routers, maar nog meer dan bij die kastjes die het internet magisch door de lucht weten te versturen liggen de werkelijke prestaties ver uiteen. Wij frissen de basiskennis over ssd’s op, en zoeken de beste voor je uit.
Het staat niet ter discussie dat de komst van de ssd de grootste impact heeft gehad op het snelheidsgevoel van onze bekende huis-, tuin- en keukencomputer of laptop. Zij die nog twijfelen aan het concept en nog met een mechanisch rondjes draaiende harde schijf werken zouden we adviseren dat het nu toch echt eens tijd is. Dat de doorbraak bij het grote publiek lang heeft geduurd is wel begrijpelijk; een computer met ‘500GB-schijf’ klonk voor veel mensen toch aantrekkelijker dan ‘250GB-schijf’, ongeacht hoe veel sneller de ssd-techniek was. En ook het prijsverschil speelde een rol natuurlijk. Het bewustzijn rondom ssd’s is inmiddels een stuk beter, al zien we tot onze spijt nog veel instapsystemen zonder ssd. Hoewel we in dit artikel ingaan op de onderlinge verschillen willen we duidelijk stellen dat elke recente ssd beter is dan geen ssd.

Verschillende soorten ssd’s

Los aangeschafte ssd’s dienen zowel als basis voor een nieuw systeem, of als upgrade voor een bestaand systeem of laptop. Maar voor we ons inhoudelijk verdiepen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de fysieke aansluiting van een ssd en het protocol waarmee vervolgens tussen je computer en de schijf wordt gecommuniceerd. Een ssd sluit je normaliter aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord, de gangbare aansluitingen. Recente systemen hebben meestal een m.2-slot, maar voor computers zonder zo’n aansluiting leveren sommige fabrikanten van m.2-ssd’s een insteekkaart waarmee de ssd fysiek kan worden aangesloten op pci-express-sloten (waar normaliter videokaarten en dergelijke ingaan).
Sata is een redelijk bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen, en ook de eerste ssd’s sloten we daar eenvoudig op aan. Praktisch, want bij een ssd-upgrade hoefde je je zelden zorgen te maken dat die mooie, gloednieuwe technologie niet zou passen. M.2 als fysieke aansluiting is echter veel aantrekkelijker: de aansluiting direct op het moederbord bespaart extra bekabeling en de bijpassende schijven zijn compacter. Dat is zeker voor dunnere laptops noodzakelijk, maar ook compactere desktopcomputers doen er hun voordeel mee.

Nieuw protocol nodig

Met de rappe ontwikkelingen op gebied van het flash-geheugen waar de ssd’s op zijn gebaseerd kwam de noodzaak voor een nieuwe aansluiting én protocol. Die snellere aansluiting was al op iedere computer aanwezig in de vorm van pci-express, een aansluiting die vele malen sneller is dan de sata-interface. Pci-express werkt met zogenoemde lanes die een snelheid bieden van 1 GB/s. In het geval van een m.2-slot worden vier van deze lanes gecombineerd voor een maximale theoretische snelheid van 4 GB/s, voorlopig snel genoeg voor de snelste ssd’s. Pci-express is echter maar het halve verhaal, want de nieuwste ssd’s gebruiken ook een ander aansturingsprotocol. Het oudere AHCI-protocol wat voor sata-drives wordt gebruikt, is ontwikkeld met mechanische schijven in het achterhoofd en vormde in meerdere opzichten een bottleneck voor nieuwere ssd’s. De eerste generatie pci-express-ssd’s maakte gebruik van ahci, maar moderne (m.2) pci-express-ssd’s gebruiken het nieuwere nvme-protocol. Dit is speciaal voor ssd’s bedacht en biedt de broodnodige verbeteringen: lagere latency, hogere maximale doorvoersnelheden, en vooral de mogelijkheid om veel meer gelijktijdige acties te verwerken. Kortom: nvme-ssd’s zijn veel en veel krachtiger. Hoewel de meeste recente m.2-aansluitingen ondersteuning bieden voor pci-express is dat niet altijd het geval. Een m.2-ssd kan prima een sata-variant zijn en daarmee feitelijk niet heel erg afwijken van een sata-ssd van 2,5-inch. Het is dus belangrijk om de fysieke aansluiting en de interface los van elkaar te zien.

Nvme all the things!

Dat nvme-drives objectief sneller zijn staat buiten kijf. De maximale doorvoersnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MB/s en de meeste ssd’s halen of benaderen dat inderdaad ook - bij het uitlezen althans. Maar zelfs de langzaamste nvme-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel als dat. De snelste (en duurste) nvme-schijven in deze test, de Samsung 970 PRO ssd’s, komen maar liefst rond de 3500 MB/s uit. Drie-en-een-halve gigabyte per seconde is een hele dvd aan data over het lijntje in nog geen anderhalve seconde.
Het brengt ons wel bij de vraag in hoeverre de mogelijkheid om zo veel data in korte tijd over te zetten praktisch relevant is, een typische lichte gebruiker zal zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan schijfacties vragen. Om in een eenvoudige metafoor te spreken: wanneer vijf mensen met een boodschappenkar vol bij de supermarktkassa komen maakt het niet uit of ze worden opgewacht door 10 of 50 kassières.
Nvme-schijven blinken echter niet alleen uit in doorvoer, maar vooral in de lage latency en de mogelijkheid om veel meer taken gelijktijdig af te handelen, alsof onze bovengenoemde kassières ons niet enkel reikhalzend zitten af te wachten maar ook nog eens de hele wagen gescand hebben voordat we onze bonuskaart hebben kunnen trekken. Nvme klinkt zo helemaal fantastisch.

Optane?

Ssd-insiders zullen hun zinnen mogelijk al op Optane-ssd’s hebben gezet, of eigenlijk 3D XPoint-ssd’s, aangezien Optane de merknaam is die Intel hanteert. Tot dusver hebben we het gehad over de aansluitingen en protocollen, maar het type geheugen dat in een ssd wordt gebruikt heeft uiteraard ook gevolgen voor de prestaties. 3D XPoint-modellen zijn inmiddels te koop en bewezen nog veel sneller, maar gezien de extreme meerprijs zijn ze vooralsnog enkel interessant voor de meest veeleisende professionals.

De praktijk is toch gecompliceerder

Nvme-ssd’s zijn dus objectief geweldig, maar wanneer we kijken naar een volledig computersysteem is de ssd slechts één van de vele radertjes in het grotere geheel. Blijven we nogmaals bij de kassametafoor dan kunnen we dat uitdrukken door te zeggen dat de kassa weliswaar veel sneller werkt, maar de totale tijd die we kwijt zijn aan de boodschap inclusief rijden en parkeren niet per se significant verandert.
Of het hele systeem sneller gaat met zo’n veel snellere ssd in vergelijking met een instap-ssd is afhankelijk van welke taken je het systeem laat uitvoeren. Enkel taken die zwaar op de schijf wegen gaan daadwerkelijk sneller, maar dat zijn er minder dan je misschien zou denken. Kijken we naar zaken die voor een typische thuisgebruiker relevant zijn, dan zien we feitelijk geen verschil. Denk aan het opstarten van de pc, het openen van een foto of het opstarten van een game. Taken die met een ssd significant sneller gaan dan met een mechanische harde schijf, maar je moet van goede huizen komen om het verschil op te merken tussen de traagste en snelste schijf in deze test. De theoretische voordelen brengen simpelweg niets te weeg in de praktijk.
Deze wetenschap zet zodoende veel druk op de luxere ssd’s in deze vergelijking, niet alleen nvme-modellen maar ook de duurdere sata-opties ten opzichte van het zo goedkoopst mogelijke model. Het maakt het eenvoudig om te begrijpen waarom er bij ssd’s vaak niet wordt gekeken naar welke indicatie van snelheid dan ook, maar enkel naar de prijs per GB. Als de prestaties voor veel basale taken toch niet uitmaken, dan koop je het liefst gewoon zo veel mogelijk opslag voor je geld. Ben je vooral op zoek naar een ssd om je systeem vlot te laten starten, of een gamer die zo veel mogelijk games op de ssd kwijt wil, dan snappen we de drang om de allergoedkoopste te pakken. Dan blijken de ‘ouderwetse’ sata-drives opeens zo gek niet. Elke euro die je uitspaart voelt als winst wanneer je enkel naar de opstarttijd van je systeem kijkt.

Groter = Sneller?

Een bekend fenomeen is dat grotere ssd’s sneller zijn dan kleinere varianten. Tot circa 1 TB zien we bij schijven binnen dezelfde serie meestal verbeteringen in prestaties. Soms zien we daardoor lager gepositioneerde schijven met een hogere capaciteit soms druk zetten op door de fabrikant hoger gepositioneerde opties met minder opslag. De Samsung 970 EVO 1TB versus de Samsung 970 PRO 512GB is daar een mooi voorbeeld van. Omdat grotere sneller zijn, meer data kunnen verwerken (TBW-rating) en een gunstigere prijs-per-GB hebben zijn in de regel modellen vanaf zo’n 500 GB inhoudelijk het meest interessant.

En betrouwbaarheid?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen, maar dit is nagenoeg onmogelijk om te testen. Dit zou meerdere jaren duren en op het eind zouden de geteste modellen al lang en breed van de markt zijn. Theoretisch interessant, maar praktisch zonder veel waarde dus. De betrouwbaarheid wordt deels bepaald door de hoeveelheid data in elke geheugencel. Een ssd die 3 bits aan data in een cel opslaat (3-bit TLC geheugen) slijt in theorie een stuk harder dan een model met 2 bits aan data per cell (2-bit MLC-geheugen), waarbij we 1-bit SLC geheugen achterwege kunnen laten gezien de prijs van die cellen praktisch onverkoopbare ssd’s oplevert.
Gelukkig is de levensduur van het in al deze ssd’s gebruikte geheugen zo goed dat de betrouwbaarheid geen overweging meer is voor de meeste doeleinden. Enkel de allerzwaarste professionele gebruikers zullen echt bij het soort geheugen stil willen staan. Derhalve nemen we de geheugenconfiguratie wel in de tabel op, maar voor de consument wegen we het beperkt. Het is vooral cruciaal om te onthouden dat alles in theorie kapot kan gaan, dus je dient altijd te zorgen voor een goede back-up.

Zwaar, zwaarder, zwaarst

De definitie van professional is geen eenvoudige, want een professionele Excel-werker zal ook niet snel profiteren van een snellere ssd. Het zijn vooral creatieve professionals kunnen van een luxere ssd profiteren, al zal de mate van belasting op je systeem bepalend zijn of een echt topmodel winst biedt of dat je met iets meer dan een instapper al voldoende hebt. Voor video- en foto-editing is een goed presterend model echter een goede toevoeging. Zeker een ssd met een vlotte cache erin is nuttig op de momenten dat er veel naar de schijf wordt geschreven. Het is dan ook fijn dat de betere sata-drives of middenklasse nvme-drives niet veel duurder zijn dan de instappers.
Ssd’s met krachtige specificaties zijn ook nuttig als je meerdere virtuele machines draait vanaf dezelfde ssd, of als je database- of webserver-achtige taken uitvoert. De typische consument zal het worst zijn, maar serieuze IT’ers zullen genoeg zien in ssd’s waarvan we met benchmarks kunnen aantonen dat de onderliggende kwaliteiten significant beter zijn.

En sata express? U.2?

Sata en m.2 zijn zeker niet de enige methodes om een ssd aan te sluiten, zo zien we op sommige recente moederborden ook nog sata-express en u.2 aansluitingen. Hoewel deze in bepaalde enterprise-oplossingen wel nut kunnen hebben, hebben we er als consumenten in de praktijk niets aan. Geen van de fabrikanten van ssd’s besteedt er aandacht aan bij hun producten voor consumenten of MKB, en ook bij de moederbordfabrikanten begint de realiteit door te dringen dat die aansluitingen weinig succesvol zijn.

Adviezen

Enerzijds tonen we grote verschillen aan in onze benchmarks, anderzijds geven we aan dat voor veel taken het verschil in de praktijk te verwaarlozen is. Dat maakt de keuze niet eenvoudiger. Ons advies is dan ook eerst primair naar je gebruiksdoeleinden te kijken. Blijft het bij basistaken zoals opstarten, eenvoudige applicaties starten en vakantiefoto’s bekijken dan kan je dus iedere ssd kiezen, waarbij je de nadruk legt op praktische zaken zoals opslagcapaciteit. De echte budget-drives zie je niet terug in de tabel, wij weten dat ze te veel inleveren ten opzichte van de nauwelijks duurdere middenklasse. Het verbaasde ons niet dat geen van de fabrikanten happig was om ons van deze schijven te voorzien om te testen. De eerste interessante instappers zijn schijven zoals de WD Blue en de SanDisk Ultra 3D die precies doen wat een ssd moet doen: snel genoeg zijn voor de meeste gangbare taken. SanDisk is overigens onderdeel van Western Digital en intern is het nagenoeg exact hetzelfde product.
De Crucial MX500 staat daar op papier een stap boven, met praktisch structureel betere prestaties die niet veel onder doen voor de snelste sata-schijven in deze test, de Samsung 860 modellen. Samen vormen zijn de sata-top. Tot voor kort leek de Crucial de sterkste aankoop, het forse prijsvoordeel van Crucial leek een overtuigende motivatie. Samsung is normaliter duurder, maar lijkt zich echter bewust van het feit dat een meerprijs voor snellere nvme-schijven wel geaccepteerd wordt, maar voor snellere sata-schijven niet. De in februari 169 euro kostende 860 EVO 500 GB was in april al gezakt tot 129 euro, waar hij tot op een paar euro concurreert met de WD Blue, Crucial MX500 en SanDisk 3D Ultra. En op dat moment kunnen we kort zijn: de Samsung heeft technisch gezien de duidelijke voorsprong wat bij nagenoeg gelijke prijs de doorslag geeft. De PRO serie van Samsung is nog wat beter, maar de meerprijs voor het duurzamere type geheugen is enkel voor echte pro-doeleinden te verantwoorden. Gezien de ssd-prijzen sterk schommelen is het verstandig bij aanschaf even goed op de prijzen te letten. Samsung pakt de technische winst, Crucial doet er nauwelijks voor onder en WD en SanDisk vormen de middenmoot die vooral interessant zijn als ze op moment van aanschaf de goedkoopste zijn. Maar uiteindelijk kan Samsung of Crucial zich niet permitteren om te veel geld voor hun sata-schijven te vragen.

Adviezen nvme

Het technisch mooie nvme-concept blijft vooralsnog behouden aan de echte creatieve professional, zware storage-werker en de consument die op technologisch vlak voorop wil lopen. Ontwikkelingen leunen zwaar op early adopters en wij zijn ook gecharmeerd door deze technisch knappere ssd’s, zelfs al is de praktische impact soms beperkt of niet aanwezig.
Ook hier staat de technische voorsprong van Samsung niet ter discussie, iets wat we ook zien aan het feit dat menig concurrent er niet eens iets tegenin wil brengen. De 970-serie is niet goedkoop, maar de prestaties spreken voor zich en zijn uitmuntend. Wel raden we aan om eerst naar grotere capaciteiten te kijken, voordat je de stap van de EVO-lijn naar de PRO-lijn overweegt, want de meerwaarde van die stap is alleen interessant voor de meest veeleisende gebruikers. Kingston biedt met de KC1000 een iets goedkoper 2-bit MLC-alternatief voor de Samsung 970 PRO, maar met een fors verschil in prestaties. Een knappe ssd, maar niet één die we direct zullen aanbevelen.
De Kingston A1000 960 GB lijkt nog wel een goedkoper alternatief voor de 970 EVO 1 TB, maar gezien we reeds hebben vastgesteld dat de meerwaarde van nvme-drives in het zwaardere werk schuilt vinden we juist het prestatiegat in die zwaardere benchmarks wel heel groot. De schijvengigant WD die in het mainstream ssd-segment nog leuke zaken doet, laat het in het nvme-segment volledig afweten, want de WD Black komt niet in de buurt van de prestaties van de nvme-zwaargewichten. Het is weliswaar de goedkoopste nvme-drive uit deze vergelijking, maar de prestaties komen maar net boven die van een degelijke (en normaliter goedkopere) sata-drive. Zaak voor WD om deze black drives extreem concurrerend geprijsd neer te zetten om ze een interessant alternatief te maken.

Conclusie

We zetten de modellen in twee klassen in een overzicht: schijven van 500 GB en schijven van 1 tot 2 TB. Samsung gaat er in beide klassen met de ‘Best getest’-waardering vandoor vanwege de prestatievoorsprong en het feit dat naarmate de last op de schijf toeneemt de prestaties structureel beter standhouden. Het zijn objectief de meest begeerlijke ssd’s.
De ademruimte die zij hebben is echter beperkt, vooral bij de grote doelgroep voor wie sata-schijven nog veruit het interessantste zijn. Nogmaals, voor de meeste basale taken is het verschil tussen de snelste ssd en een degelijke middenklasser simpelweg niet te ervaren en dan kan een paar euro al de doorslag geven. Hoewel we stellen dat elk van de ssd’s bij de juiste prijs overwogen mogen worden gaat onze redactietip uit naar de Crucial MX500, want die doet prestatie technisch weinig onder aan de 860 EVO en heeft zich in het eerste kwartaal van 2018 het meest regelmatig de koning van de prijs-per-GB mogen noemen. Grote kans dus dat het vooral tussen die twee modellen kiezen wordt.
Dat legt de uitdaging bij WD, SanDisk en Kingston om te zorgen dat de huidige alternatieven sterk op prijs concurreren met de MX500 en 860 EVO, en in het NVMe-segment sterk op prijs concurreren met de inhoudelijk ijzersterke 970 EVO-serie.

ASUS A32-N61 voor Asus N61 N61J, N61Ja, N61jq, N61Jv, N61Vg, N61Vn N61w Li-ion 4400MAH 10.8V
ACDP-100D01 laptop adapter voor Sony Vaio PCGA AC19V4 ACDP-100D01
DA-65G19 PSAB-L101A laptop adapter voor 6.5 x 4.4mm LG X-note C500 R410
SONY VGP-BPS35A voor Sony Vaio 14E 15E SVF15217SC SVF15216SC serie li-ion 40WH 14.8V
BOSE 063404 voor BOSE SOUNDLINK Mini I serie Li-ion 2230mAH/17Wh 7.4V
A13-045N2A KP.0450H.001 laptop adapter voor Acer Aspire Switch 11 12 V,Acer Chromebook 11

woensdag 1 augustus 2018

Zo kies je de beste monitor

Het kiezen van een monitor kan best lastig zijn, vooral als je hem ook wilt inzetten voor zwaardere toepassingen, zoals videobewerking of games. We leggen je precies uit hoe jij de beste monitor uitkiest.
In tegenstelling tot de meeste onderdelen van een volledige pc-opstelling zijn beeldschermen juist goedkoper geworden het afgelopen jaar. Het aanbod in het budgetsegment is dankzij toename in productie en nieuwe technieken flink toegenomen. In het high-end-segment komen er continu monitors bij die verschillenden nieuwe technieken implementeren zoals 240Hz, 4K, HDR en nieuwe paneeltechnieken. Kortom, we hebben tegenwoordig genoeg te kiezen als het om monitoren gaat.

Resolutie en beeldverhouding

Een belangrijke en vrij makkelijke keuze om mee te beginnen is de gewenste resolutie en beeldverhouding. De resolutie bepaalt het aantal pixels van het beeldscherm en wordt meestal aangegeven met een tweeledig getal, waarbij het eerste cijfer staat voor het horizontale aantal pixels terwijl de tweede de verticale pixeltelling aangeeft. Hoe groter deze getallen, hoe hoger de resolutie waardoor er meer detail zichtbaar is, en hoe scherper alles wordt weergeven. Omdat resoluties altijd gekoppeld zijn aan een bepaalde beeldverhouding is het slim om eerst te kiezen of je een breedbeeldmonitor wil (aangeduid met de beeldverhouding 16:9), of een ultrabreedbeeldmonitor (aangeduid met 21:9).
Onder de 16:9 beeldverhouding vallen de meest gebruikte en bekende resoluties, zoals 1920x1080 (HD), 2560x1440 (WQHD) en 4096x2160 (UHD), ook bekend als 4K. Voor elk van deze standaardresoluties is er ook een ultrabreedbeeld-resolutie, vaak aangeduid met ‘UW’ voor de naam: 2560x1080 (UWHD), 3440x1440 (UWQHD) en 5120x2160 (UWUHD). Voor ultrawijd 4K bestaan nog geen betaalbare monitoren, 1440p (verwijzend naar de verticale telling) is vooralsnog dus het hoogst haalbare. Een hogere resolutie is bijna altijd beter, maar deze vereisen wel een krachtigere videokaart om aan te kunnen drijven. Voor gamen op 1440p volstaat een GTX 1070/RX 580, terwijl voor 4K-gamen een GTX 1080 Ti eigenlijk de enige optie is.

Formaat

De keuze voor het formaat van je monitor is deels gekoppeld aan de resolutie die je hebt gekozen. Windows en applicaties voor Windows zijn namelijk jarenlang geoptimaliseerd voor 90 ppi (pixels per inch). Windows 10 heeft gelukkig sterk verbeterde ondersteuning voor het schalen van deze applicaties naar andere pixeldichtheden, maar dat neemt niet weg dat toepassingen er doorgaans het beste uitzien op ~90 ppi of een veelvoud hiervan.
Voor wie per se 90 ppi wil behalen moet een 1080p-monitor dus een diagonaal hebben van 24” (92 ppi), een 1440p-monitor een diagonaal van 32” (92 ppi) en een 4K-monitor een diagonaal van 48” (92 ppi). Dat laatste is natuurlijk niet praktisch, daarom is een diagonaal van 24” ook een optie, om vervolgens het beeld op te schalen in Windows zelf. Omdat Windows 10 het schalen van applicaties stukken beter afhandelt dan voorgaande versies van Windows is het allang geen ramp meer om een afwijkend aantal pixels per inch te hebben. Het is dan ook doorgaans beter om een monitor te kiezen die past op je werkplek qua formaat en een pixeldichtheid heeft die past bij de toepassing van de monitor. Moderne toepassingen schalen bijna altijd perfect mee met pixeldichtheid en zien er zelfs vaak beter uit met een hogere pixeldichtheid. Als gamen de belangrijkste toepassing van je monitor is meer ppi dan ook beter.
rdquo; gangbaar voor games, waarbij een hogere resolutie vaak een grotere monitor rechtvaardigt. Formaten groter dan dit kosten vaak onevenredig veel meer en bieden vaak weinig meerwaarde in programma's of worden zelfs helemaal niet ondersteund. De uitzondering hierop zijn op dit moment 32”-monitoren, waar een redelijk budgetaanbod voor bestaat. Mocht de monitor ook gebruikt worden voor productiviteit is dit wellicht een interessant formaat in combinatie met een 4K-paneel.

Type paneel

Er zijn grofweg drie types lcd-panelen die op dit moment verkrijgbaar zijn, die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Het meest voorkomende type is TN, wat staat voor Twisted Nematic. TN-panelen hebben als voordeel een lage prijs en lage responstijd, wat ze bij uitstek geschikt maakt voor monitors met een hoge verversingssnelheid. Het nadeel van TN is dat ze doorgaans een slechte kleurweergave hebben en zeer slechte kijkhoeken, eigenschappen die met name bij goedkopere panelen benadrukt worden.
IPS-panelen zijn in veel opzichten de tegenpool van TN-panelen: ze hebben betere kleurweergave, veel betere kijkhoeken (doorgaans 180 graden) en hebben een constante responstijd met scherper beeld. Het nadeel van IPS (In-Plane Switching) is het hogere stroomverbruik, de hogere prijs en de hogere responstijd. IPS-panelen worden vanwege de accuratere kleurweergave vaak gebruikt voor beeldbewerking, maar deze betere kleurweergave zorgt er ook voor dat toepassingen er kleurrijker en in het algemeen mooier uitzien.
Bovendien hebben de betere moderne IPS-panelen ondersteuning voor HDR. Met de opkomst van comptabiliteit voor HDR in games en films kan het daarom interessant zijn om een paneel te kopen die over HDR beschikt, met het oog op de toename van dit soort materiaal in de toekomst.
Het derde type paneel dat veel voorkomt is VA, wat staat voor Vertical Alignment. VA-panelen zitten qua verversingsnelheid, beeldkwaliteit en prijs ongeveer tussen TN en IPS in. Vaak beschikken deze panelen ook over een kijkhoek van ongeveer 180 graden, maar zijn in vergelijking met IPS een stuk goedkoper. VA-panelen zijn een goed compromis tussen IPS en TN en zijn bovendien beschikbaar in verversingsnelheden tot 165Hz.
Gebruikers op een budget zullen waarschijnlijk het meeste profijt ondervinden van een TN-paneel, die tegenwoordig niet meer dan honderd euro hoeven te kosten voor een 1080p-monitor met een redelijke verversingssnelheid. Voor gamers en beeldbewerkers met meer budget is VA of IPS wellicht een betere keuze vanwege de betere beeldkwaliteit en kijkhoeken die deze panelen bieden.

Verversingssnelheid

De verversingssnelheid bepaalt hoe vaak per seconde de monitor een nieuw beeld weergeeft. Hoe hoger dit getal, dat wordt aangeduid in frames per seconde of hertz (Hz), hoe soepeler het beeld wordt weergeven. Voor games biedt een hoge verversingssnelheid, ofwel verversingsfrequentie, een duidelijke meerwaarde. De actie op het scherm kan namelijk beter worden weergeven met minder bewegingsonscherpte.
De feitelijke standaard voor beeldschermen is al jaren 60Hz, maar in de afgelopen jaar zijn monitoren die een hogere verversingsnelheid bieden flink in opkomst. Zo zijn monitoren inmiddels verkrijgbaar met verversingssnelheden tot aan 240Hz, al zit daar natuurlijk een significant prijskaartje aan. Een meer gematigde snelheid, zoals 120Hz/144Hz is vaak een stuk goedkoper en voor veel gamers zal het verschil met 240Hz niet bijzonder merkbaar zijn.
Bovendien zijn panelen met 240Hz bijna altijd van het type TN, met slechte kijkhoeken en kleurweergave als gevolg. 120Hz is daarentegen ook verkrijgbaar in IPS/VA-uitvoeringen, die significant betere kleurweergave hebben of zelfs ondersteuning voor HDR.
Behalve een hogere verversingssnelheid is er ook een andere manier om games soepeler te weergeven: Adaptive Sync. Technieken zoals FreeSync en G-Sync zorgen dat de videokaart pas een beeld naar de monitor stuurt als deze er klaar voor is: niet eerder of later. Zo worden artefacten in het beeld voorkomen die anders storend zouden zijn.
Het nadeel is dat FreeSync van AMD en G-Sync van NVIDIA beperkt zijn tot videokaarten van dezelfde fabrikant. Iemand met een AMD RX 580 zou dus geen voordeel ondervinden van een G-Sync paneel, terwijl deze techniek wel doorgaans een hogere prijs oplevert.
Een goed paneel alleen maakt nog geen goede monitor, het moet namelijk ook beeld kunnen ontvangen van de computer. Dit gaat logischerwijs via een videoaansluiting, waarin we twee categorieën onderscheiden: analoog en digitaal. Onder analoog valt tegenwoordig eigenlijk nog maar een verbinding: de alom bekende blauwe VGA-aansluiting. Deze aansluiting is nog zelden aanwezig op monitors en het gebruik ervan valt niet aan te raden vanwege de beperkte ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden.
Op dit moment zijn er drie gangbare digitale aansluitingen: HDMI, DisplayPort en DVI-I/D. HDMI en DisplayPort zijn grotendeels vergelijkbaar wat betreft functionaliteit, maar DisplayPort heeft betere ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden. Daar staat tegenover dat HDMI meer alom aanwezig is op laptops en als enige aansluiting op consoles. DVI-I en DVI-D zijn inmiddels sterk verouderde aansluitingen die voor compatibiliteit met oudere apparaten nog wel wordt ingebouwd bij nieuwe monitoren, maar die eigenlijk niet geschikt is voor werken op hogere resoluties en verversingssnelheden.
Een recentere toevoeging aan monitoren is de mogelijkheid om deze aan te sluiten via Thunderbolt over USB-C, mits de computer/laptop dit ondersteunt. Het DisplayPort-signaal wordt dan samen met eventuele USB-data over de USB-C-kabel verstuurd. Monitoren die dit ondersteunen hebben vaak meerdere USB-porten zodat je ook randapparatuur zoals een muis, toetsenbord, webcam en speakers aan kunt sluiten.
De meeste moderne monitoren, met name degene gemaakt voor gamingdoeleinden, zijn voorzien van in ieder geval één HDMI- en één DisplayPort-aansluiting. Beide zijn geschikt voor 4K 60Hz, maar voor hogere resoluties en/of verversingsnelheden biedt alleen DisplayPort soelaas. Op zéér budget-georiënteerde modellen of oudere monitoren ontbreken beide aansluitingen soms. In dat geval is DVI, te herkennen aan de witte aansluiting, de beste keuze. Mocht ook dat ontbreken, dan ben je toegewezen op VGA met als beperking lage resoluties en verversingssnelheden.

Responstijd

Pixels op een lcd-paneel hebben enige tijd nodig om van kleur te veranderen: hoe lang dit duurt wordt aangeduid met de term responstijd, wat wordt gemeten in milliseconden. Als deze responstijd erg lang is, geven pixels de kleur van een nieuw beeld weer nog voordat de kleur van het oude volledig is weggevaagd met bewegingsonscherpte of een witte waas als gevolg.
Dit is met name bij games storend, waarbij snel bewegende objecten zoals auto’s, vliegtuigen en rennende personages een strook van slome pixels achter zich meetrekken. Bij het kopen van een gamingmonitor is een responstijd van minder dan 15ms ernstig aan te raden. High-end-schermen hebben vaak een responstijd van minder dan vijf milliseconden.
Sommige fabrikanten proberen dit tegen te gaan door de pixels eerst volledig zwart te laten worden voordat ze een nieuwe kleur aannemen, zodat enige bewegingsonscherpte uitblijft. Deze techniek heet Black Frame Insertion (BFI). Een andere manier om bewegingsonscherpte af te weren is het zogenaamde Backlight Strobing: razendsnel aan- en uitzetten van de backlight (de lightbron voor de pixels). Zodoende kan een paneel met een lage responstijd en/of verversingssnelheid alsnog een scherp beeld opleveren.
Hoewel meeste fabrikanten de responstijd vermelden als gray-to-gray-responstijd is er geen standaard voor het meten hiervan. Fabrikanten gebruiken zelfs vaak de meest ideale omstandigheden om deze responstijd vast te stellen. Om de responstijd van twee panelen te kunnen vergelijken is dan ook een consistente testmethode vereist van een externe partij, zoals DisplayLag.com of Hardware.Info. Voor een monitor is het verstandig om een model te pakken met een responstijd van 5ms of minder, maar voor gebruikers op een budget is 10ms (of nét iets hoger) een mooi streven.

Ergonomie en extra functies

Een werk- of speelplek zo ergonomisch mogelijk inrichten is nooit een slecht idee, met name voor degene die voor langere periodes aaneen achter hun bureau zitten. Meeste monitors bieden voor dit doeleinde een voet die in ieder geval in hoogte verstelbaar is. Alleen in het budgetsegment zijn er nog monitoren die besparen op de totaalprijs door een verstelbare voet weg te laten.
Voor een opstelling met een enkele monitor volstaat hoogteverstelling meestal, maar voor een bureau waar meerdere monitoren op staan is het wel fijn dat deze naar de zitplek toe kunnen draaien, zodat alle monitoren een kijkhoek hebben van nul graden. Bovendien bieden monitoren met een draaivoet vaak ook de mogelijkheid om de monitor negentig graden te kantelen in elke richting zodat deze in portretmodus kan worden gebruikt. Dit is met name handig voor mensen die de monitor ook willen gebruiken om lange documenten te lezen/bewerken of tussendoor hun pc gebruiken om te programmeren.
Hierboven hintten we al naar de mogelijkheid om een monitor aan te sluiten via een USB-C-kabel, die zowel het videosignaal als meerdere USB-signalen door kan voeren. Sommige monitoren beschikken over de mogelijkheid om op deze manier, of via een losse videokabel en USB-kabel, twee apparaten aan te sluiten. Door middel van een snelkoppeling op het toetsenbord dat vervolgens aan de monitor wordt gekoppeld kun je wisselen tussen de twee aangesloten apparaten. De monitor fungeert op deze manier als een zogenaamde KVM-switch, waardoor je makkelijk op twee apparaten kunt werken, zoals een laptop voor werk en een pc voor gamen na de kantooruren.

BOSE 063404 voor BOSE SOUNDLINK Mini I serie Li-ion 2230mAH/17Wh 7.4V
FSP180-50PLA laptop adapter voor FSP FSP180-50PLA Power Supply 220w
CLEVO 6-87-W370S-4271 W370BAT-8 voor Clevo W350ET W350ETQ serie Li-ion 5200mah/76.96Wh 14.8V
HP HSTNN-IB34 HSTNN-UB33 voor HP Pavilion dv9000 dv9000T dv9000Z dv9009 dv9039 dv9040 dv9060 Li-ion 4400mAh 14.4V
HP 432974-001 voor HP Pavilion DV9500 DV9500t DV9515 DV9525 DV9535 DV9540 DV9547 DV9548 DV9575 Li-ion 6600mAh 14.4V
BOSE 404600  voor Bose SOUNDLINK I II III Li-ion 2300mah 11.1V/12.4v